Fenomenologie

 

Inhoud

Inleiding. 1

1. Husserl, grondlegger van de fenomenologie. 1

2. Merleau-Ponty, de waarnemende mens 1

3. Levinas, zelf ben ik het middelpunt 1

4. Langeveld, op opvoeding aangewezen. 1

Studie Fenomenologie. 1

 


Fenomenologie als filosofische stroming

 

Inleiding


De fenomenologie is een filosofische stroming die zich richt op verschijnselen zoals ze zich aan ons mensen voordoen.
Dit alles gebeurt zonder voorafgaande theoretische aannames of interpretaties.

Daarbij geldt dat feit en interpretatie niet -in absolute zin- zijn te scheiden: elk mens geeft op
subjectieve wijze betekenis aan datgene wat hij intuïtief waarneemt.

Onze waarnemingen worden beïnvloed door onze eigen overtuigingen, ervaringen en culturele achtergrond.
Twee mensen kunnen dezelfde gebeurtenis waarnemen en er toch verschillende betekenissen aan hechten.

Fenomenologie heeft een brede invloed gehad, niet alleen in de filosofie, maar ook in andere disciplines zoals de psychologie en de sociologie.

Een van de belangrijkste figuren in de fenomenologie was Edmund Husserl, een Duitse filosoof die aan het begin van de 20e eeuw de grondlegger van deze stroming was.

Husserl ontwikkelde de methode van "fenomenologische reductie" met als bedoeling om vooroordelen en aannames van onze alledaagse waarneming te verminderen en zo een zuivere beschrijving van de fenomenen te verkrijgen.


Naast Husserl noem ik de fenomenologen Heidegger, Merleau-Ponty, Levinas en Langeveld.

1. Husserl, grondlegger van de fenomenologie

 

Edmund Husserl (1859-1938) was een Oostenrijks-Duitse filosoof en wordt beschouwd als de grondlegger van de fenomenologie.

Hij bracht grote verandering in de filosofie omdat hij het oude probleem van de verhouding tussen bewustzijn en wereld op een totaal eigen manier oploste.

De vraag naar de verhouding tussen bewustzijn en wereld suggereert het bestaan van de twee als gescheiden zaken.
Husserl stelde echter: de wereld is er alleen voor zover ze zich aan het bewustzijn toont.


Het bewustzijn zelf is dan ook geen te begrijpen object maar veel meer te kenschetsen als een openheid naar de wereld.

 

Welke plaats geeft Edmund Husserl de metafysische, transcendente, wereld?


Zijn antwoord:
Er bestaat geen wereld áchter de wereld zoals die zich aan ons bewustzijn toont, geen wereld op zich die onze interpretatie zou corrigeren.

Want ook een corrigerende waarneming toont zich aan ons bewustzijn - denk bijvoorbeeld aan gezichtsbedrog dat wordt gecorrigeerd door een nieuwe waarneming, en niet door de wereld buiten het bewustzijn om.

 

Toch hebben wij mensen een natuurlijke neiging om een wereld op zich te veronderstellen áchter de waarneming van onze eigen wereld.

Bron: Ger Groot, 2017, De geest uit de fles. Hoe de moderne mens was en wie hij is, pg. 235 ev
Meer informatie over transcendentie filosofie

In navolging van Husserl wordt het concept ‘transcendentie’ bij Heidegger in de eerste plaats toegeschreven aan de mens. De méns die altijd gericht is op zijn wereld.

Activiteiten van de menselijke geest, zoals denken, oordelen, twijfelen, zijn altijd gericht op een object. De mens denkt altijd iets.

Uitgangspunt fenomenologie:

De wereld is er alleen voor zover deze zich aan het bewustzijn toont.
Hoe kunnen we deze subjectief menselijke wereld invullen?

 

Antwoord:
Door o.a. onderstaande invalshoeken
- Merleau-Ponty, de waarnemende mens, par 2
- Levinas, zelf ben ik het middelpunt,
par 3
- Langeveld
, op opvoeding aangewezen, par 4

2. Merleau-Ponty, de waarnemende mens

Maurice Merleau-Ponty (1908-1961) was een Frans fenomenologisch filosoof, sterk beïnvloed door  Edmund Husserl en Martin Heidegger.

De kern van zijn filosofie bestaat uit de idee dat
de waarneming een fundamentele rol speelt in ons begrijpen van de wereld alsook onze interactie ermee.
Dit in tegenstelling tot de klassieke filosofische traditie die het bewustzijn als vertrekpunt aannam.

Daarvoor in de plaats neemt Merleau-Ponty de
waarneming als bron: hij legt de nadruk op het lichaam als primair middel om de wereld te kennen.

Waarneming is een centraal begrip in de fenomenologie. Het verwijst naar de manier waarop we informatie over de wereld om ons heen verzamelen. Dit gebeurt door middel van onze zintuigen, zoals zien, horen, ruiken, proeven en aanraken.

3. Levinas, zelf ben ik het middelpunt


Emmanuel Levinas was een invloedrijke Franse filosoof van Litouwse afkomst. Hij stond bekend om zijn unieke benadering van ethiek en het begrip van het "oneindige".


In 1961 publiceerde Levinas zijn boek ‘De totaliteit en het oneindige’ met als kern:
‘van alles wat ik doe en wat mij overkomt ben ik zelf onvermijdelijk het centrum.
Dit middelpunt-zijn betekent dat ik totaliserend ben’.

 

Totaliseren, wat houdt dit in?

‘Totaliseren is niet zozeer een handeling waarvoor ik zou kiezen of die ik zou kunnen nalaten.

Het is iets dat ik onvermijdelijk 'doe', juist door middelpunt te zijn van alles wat ik doe, denk, verzin of nalaat.

En omdat dit in principe onbegrensd is, lijkt er niets buiten mijn totaliserende greep te vallen’.


Alles wat ik waarneem kan ik reduceren tot iets-voor-mij. ‘Totaliserend maak ik de wereld tot mijn wereld. Niets lijkt zich daaraan te kunnen onttrekken. Helemaal niets’

Helemaal niets? Ja, toch wel.

 

- Het is het abstracte andere dat per definitie buiten elke totaliteit valt. Datgene wat, in filosofische termen, transcendent is ten opzichte van elke totaliteit.


- In de traditionele metafysica en theologie wordt dit 'andere' vaak met God geïdentificeerd, de oneindige die wij niet kunnen vatten, noch met onze handen, noch met onze zintuigen, noch met ons denken.
Het andere kan door mij niet tot mijn wereld worden gereduceerd.

 

- Als het wel binnen mijn wereld zou kunnen worden gehaald, dan zou het precies daardoor niet meer anders zijn.

Hiermee schaart Levinas zich in de metafysische traditie, die hij niet alleen in de religie maar ook in de filosofie ontwaart, bijvoorbeeld
-
Plato's idee van het goede   en
-
Descartes' idee van het oneindige.

 

Wat staat buiten mijn eigen totaliseren? Wat is voor mij transcendent?
Ik noem twee situaties:

 

1. Het gelaat van de ander
Het oneindige wordt concreet in het gelaat van de andere mens.
Het andere is bij Levinas de ander, de medemens.
De ander, juist als ander, staat buiten of is transcendent ten opzichte van mijn totaliseren.’
Bron:
De grote filosofen, Levinas, 2003 pg 17,18

 

2. Het gesprek
Hoe belangrijk kan het zijn om een serieus gesprek te voeren met elkaar?
Volgens Levinas is het ontzettend belangrijk. Alles bepalend zelfs.
Vooral als het niet blijft bij enkel een uitwisseling van ideeën of een discussie, maar dat we even onze vastgeroeste persoonlijkheden en opvattingen ontstijgen en ons laten meevoeren door het gesprek zelf.

Misschien weten we dan namelijk elkaar echt ‘aan te spreken’, rechtstreeks en direct.
Er zijn dan niet meer ‘ik’jes die met elkaar in gesprek zijn,
maar het is een gesprek ‘van-aangezicht-tot-aangezicht’.
In een dergelijk gesprek kan je er helemaal ‘zijn’.
Het is niet vooraf te bepalen wat er dan precies gebeurt, je zal het dus vooral eens moeten proberen.

Maar volgens Levinas is een dergelijke gesprek van algemeen menselijk belang.
Zonder dit geen waarheid, geen rechtvaardigheid, geen menselijkheid'.

Bron: Levinas, filosofie

4. Langeveld, op opvoeding aangewezen

 

Martinus Langeveld (1905-1989) past de fenomenologische zienswijze toe op het terrein van de opvoeding.


Zijn uitgangspunten:
- Het opvoedingsdoel is: de mondige persoonlijkheid.
- De hele opvoeding is erop gericht het kind bekwaam te maken tot morele en betrouwbare deelname aan de samenleving.
- De volwassen persoon staat voor wat hij is en doet.

Het opvoedingsproces kent drie fasen:
- In het begin van de opvoeding verkeert het kind in een situatie van hulpeloosheid.
- Zolang het kind zelf niet in staat is verantwoordelijkheid te dragen voor zijn doen en laten, vervullen opvoeders de rol van plaatsvervangend geweten.
- Deze morele opvoedingsrol schuift geleidelijk naar een eigen verantwoordelijkheid van het opgroeiende kind.
De bedoeling is dat het kind komt tot een zélfverantwoordelijke persoonlijkheid.


Literatuur
M.J. Langeveld, Beknopte theoretische pedagogiek, 1979
M.J. Langeveld, Mensen worden niet geboren, 1979

Studie Fenomenologie


Studeren in o.a. fenomenologie? Zie aanbod

Tilburg University, De menselijke existentie volgens Heidegger | Tilburg University

Radboud Universiteit. Masteropleiding Continentale Filosofie