Een
filosofische Antropologie
(te lezen op smartphone)
Inhoud
Hoofdstuk II. De mens en zijn wereld
1. De vier ken-wijzen van
Klukhuhn
a. Psychologen over de rol van intuïtie
b. Psycho-analyse, het onbewuste
a. Mythologische geloofsvoorstellingen
2.3 Humanistische
psychologie als basis
2.4 Religieuze filosofie
als basis
Vijf maal Transcendentie,
conclusie
Hoofdstuk III. Theologie in beweging
2. Jezus Christus, mythologisch
Verdieping. Christus op
mythologisch niveau
4. Gnosticisme, de
mysterieuze Jezus
5. De bijdrage van Wis-
en Natuurkunde
Hoofdstuk IV. De mens als zingever
1. Martela, de zin van
het leven
3. Heidegger, zingeven
aan je leven
4. Hendrikse, is het
leven maakbaar?
5. De Wachter,
psychologische problemen
6. Zingeving, geluk en
verdriet
7. Psychologie,
ontwikkeling vanaf ca. 12 jaar
Hoofdstuk V. Mijn innerlijke wereld
Conclusies weblog
filosofische antropologie
Blog Fenomenologie: Hoe de mens
zijn wereld waarneemt
Blog Psychologie
volwassene: Levensloop volwassen
mens, vier fasen
Blog Gnostiek: Sta op en herinner
jezelf
Bernard Sietses
weblog, 2024
Als eerste stel ik de vraag waarom mensen meer en meer de kerk verlaten.
Wat is de situatie waarin we terecht zijn gekomen? Zie een artikel over ontkerkelijking
in Nederland.
Waarom heeft de kerk als drager van het Christelijk geloof het zo moeilijk?
Waarom
kiezen kerkgangers een alternatieve weg als het gaat om de verrijking van hun
geestelijk leven?
Is de boodschap van de Christelijke kerk niet meer van deze tijd?
Is het niet zo dat op grond van nieuwe theologische inzichten geloofsvoorstellingen inhoudelijk zouden moeten worden bijgesteld?
Veel vragen, hoe vinden we hierop antwoord?
Het
blijkt dat een plaatselijke predikant, ds. J.H. Meijer, mij een goede denkrichting
kon geven.
Tijdens een kerkdienst boeit ds. Hans Meijer zijn toehoorders niet alleen met een heldere, goed te begrijpen verkondiging maar geeft ook -waar nodig- een eigentijdse interpretatie van Bijbelteksten.
Hij creëert een religieuze omgeving waar ik me goed bij voel.
Als bijzonderheid noem ik de verschillende bijeenkomsten met de naam ‘Taizé-vesper’.
Samen met mijn vrouw bezocht ik verschillende van zijn ‘leerhuizen’. Hij gaf
daar informatie met een inhoud die mij deed opleven. Deze sloot niet alleen aan
bij wat ik jaren geleden al had gehoord en gelezen, maar vooral ook bij mijn
eigen denken en beleven. Allerlei dingen werden mij duidelijk, met name dat er
een overtuigend verband is te leggen tussen geactualiseerde
geloofsvoorstellingen en onderwerpen uit de filosofie en psycho-analyse. Aanleiding
voor mij om hiervan studie te gaan maken.
Vanaf 2018 ben ik me gaan verdiepen in de meer recente theologie met daaraan gekoppeld onderwerpen uit andere bronnen. Te vinden in de literatuurlijst.
Kunnen we greep krijgen op de wijze van denken van de hedendaagse mens?
Ja zeker, een voorwaarde daarbij is wel dat men kennis neemt van datgene wat in de afgelopen eeuwen is gebeurd. Het is de Renaissance die kan worden aangewezen als de periode waarin de geschiedenis van de West-Europese cultuur begint; een nieuwe manier van denken bood zich aan. Deze is bekend geworden onder de naam ‘de moderne tijd’.
Tot in de 16e eeuw heeft de kerk
het vol gehouden: de waarheid werd in een geloofsleer verpakt en als
objectief aan de ‘gelovigen’ doorgegeven. Andersdenkenden werden gestraft.
Het probleem bleef echter dat ieder mens op een eigen subjectieve manier
waarneemt, beleeft en denkt. Het bleek onmogelijk om iedereen op dezelfde wijze
te laten ‘geloven’. Zie ook 12, 2016, hfd 3
De Verlichting in de 17e
en 18e eeuw was een reactie op een dogmatisch autoriteitsgeloof.
Er ontstonden twee hoofdstromingen, het Rationalisme en als reactie de
Romantiek.
Tot in de Middeleeuwen werd de
Christelijke Religie voorgeschreven door specialisten, geestelijken die op de
hoogte waren van de kerkelijke leer.
De filosoof René Descartes
(1596-1650) bracht daar verandering in. Hij wilde de religie niet meer als een allesbepalend
uitgangspunt nemen.
In plaats daarvan gaf hij prioriteit aan het menselijke verstand.
Zijn gedachtegoed werd bekend onder de naam rationalisme, een stroming die het
denken tijdens de Verlichting zou gaan bepalen. 40
Nieuwe vragen werden gesteld,
zoals:
- waarvoor zouden we God nodig hebben als ons eigen verstand toch ook antwoord
kan geven op onze zingevingsvragen?
- wat moeten we met een kerk die ons wil overtuigen van haar eigen gelijk, van
datgene waarvan zij zeggen dat het de absolute waarheid is?
Het denken van René Descartes
heeft een vervolg bij wetenschappers als Kant, Schleiermacher
en Hegel.
Rick Benjamins schrijft hierover in zijn boek, zie 12,
2016, pg 16 ev:
‘Na de Verlichting probeerde de filosoof Immanuel Kant
(1724-1804) de godsdienst een plaats te geven binnen de grenzen van de rede.
Heel eenvoudig gesteld bestond het geloof voor hem uit een onvoorwaardelijke
moed (of zelfs een heilig moeten) om het goede te doen’.
De opvatting van de theoloog Friedrich Schleiermacher (ca. 1800)
- Religie bestaat in de kern uit
ontvankelijkheid voor het universum.
- Mensen worden aangedaan door het transcendente
dat in het universum tot uitdrukking komt.
- Dit roept op tot eerbied, ontzag, verwondering, dankbaarheid of een gevoel
van afhankelijkheid.
De filosoof Georg Hegel meende rond dezelfde tijd dat het in de religie niet gaat om de plicht tot het goede, zoals bij Kant, of om het bewogen gemoed, zoals bij Schleiermacher, maar om kennis van de Geest.
De stelling van Hegel is dat de
menselijke geest kennis kan krijgen van de goddelijke Geest.
Als
reactie op het Rationalisme ontwikkelde zich de Romantiek, een stroming die zich vooral aan het eind van de 18e en in de 19e
eeuw sterk deed gelden in de kunst (beeldende kunst, literatuur en muziek).
Tijdens de Romantiek werden subjectieve ervaringen als uitgangspunt genomen.
Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding
centraal te staan.
Een bekende vertegenwoordiger van deze stroming was de filosoof Jean Jacques Rousseau.
Bij hem stond niet de rede
centraal die tot vooruitgang leidde, maar het hart en de ‘natuurlijke toestand’
van de onbedorven mens. Deze leefde als wilde of als plattelandsmens, twee
types die Rousseau verheerlijkte omdat ze een natuurlijk leven leiden. De mens
was in zichzelf vrij en onafhankelijk, aldus Rousseau, maar werd uiteindelijk
bedorven door luxe, vooruitgang en wetenschap.
Conclusie
Het belangrijkste kenmerk van de Verlichting is dat de theologische antropologie verandert in een filosofische antropologie. Het is de méns die de grondslag wordt van alles wat gebeurt. Men wilde niet meer zoeken in ‘een hogere werkelijkheid’. De méns neemt de plaats in van God.
Het nieuwe uitgangspunt wordt de wereld zoals deze zich voordoet. Als realiteit, voor de mens waarneembaar.
Eind jaren 1950 krijgt de Moderniteit een nieuwe fase. Het póstmodernisme doet zijn intrede!
Het postmodernisme is een cultuurstroming die ontstond aan het eind van de jaren 1950. Kenmerkend ervan is de radicale twijfel aan waarheid zoals die wordt opgeëist door systemen die hun eigen wetgeving vaststellen. Het gaat daarbij om de ‘grote verhalen’ die waarheid claimen, zoals gebeurt in de politiek en in de theologie.
Eigen ervaringen in de jaren 1960/1970
In het gereformeerde milieu waarin ik opgroeide stonden de waarden en normen vast, ze waren een richtlijn voor mijn opvoeding. Ze domineerden zowel thuis als op school, in ‘onze’ politieke partij als in ‘onze’ krant.
Ik herken mezelf helemaal in de boeken van
Agnes Amelink 52, van Wim
Wijnands 53 en van Jan
Baars 54
De gereformeerde identiteit werd mij als kind overgedragen. Mijn adolescentie
en de jaren die daarop volgden vielen volop in de tijd van het postmodernisme.
In de vele gesprekken die ik had
met familie en vrienden was ‘levensbeschouwing’ nogal eens hét onderwerp. Ik
voelde me thuis in de discussie waarbij gereformeerde waarden onder de loep
werden genomen. Niet alles voor zoete koek aannemen, maar vragen naar
achtergronden.
Om die reden vond ik de publicaties van de theoloog Harry Kuitert
bijzonder interessant. Hij bracht onder woorden wat ik - vaak latent- van
belang vond.
Overigens drong het kritische
gedachtegoed uit de Verlichting pas jaren later door. In dat proces was Harry Kuitert
één van de theologen met een baanbrekende
rol!
Ook de humanistische psychologie
van Abraham Maslow
maakte op mij veel indruk. Centraal daarbij stond de optimale ontwikkeling van
het méns-zijn. Worden wie jíj bent. Opklimmen naar zelfverwerkelijking en naar
zelfoverstijging. 23
Vele jaren
later drong het tot mij door dat zowel Kuitert als Maslow typerend waren voor het
postmoderne denken: beiden bekritiseerden de gangbare waarheden binnen
hun vakgebied; beiden zochten naar nieuwe wegen.
Kuitert zet de religieuze
mens centraal: het is de méns die zich richt op een goddelijke aanwezigheid.
In 1974 schrijft hij 'Alle spreken over Boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van
Boven komt.' Daarmee laat hij weten dat de theologie bij de méns
begint . 06,1974.
Ook Maslow stelt de mens
centraal. In de jaren 1960 ontwikkelde hij de humanistische psychologie, een
stroming die van grote waarde bleek binnen mijn mensbeschouwelijk denken.
Vijftig jaar later en daarna
Het postmodernisme heeft geleid
tot persoonlijke emancipatie, het mogen zijn wie je bent. Een positieve ontwikkeling,
zeer zeker. De keerzijde is echter dat deze vernieuwing gepaard is gegaan met
een op hol geslagen individualisme en weinig of geen interesse voor de
medemens. Met als gevolg sociale vereenzaming.
Daarnaast heeft het geleid tot oppervlakkigheid, een toenemend materialisme en
overdreven gerichtheid op eigenbelang.
In 2023 schrijft de Amerikaanse
geschiedkundige James Kennedy hierover een column
in dagblad Trouw.
Eén essentiële zin daaruit:
‘Ik mis normerende en
levensbeschouwelijke gesprekken in dit land. Nederlanders zijn gericht op hun
eigen welzijn en de kwaliteit van het leven, maar gesprekken over de zin van
het leven, de dood, ethiek, de waarde van relaties en de betekenis van geloof
en zingeving zijn spaarzaam’.
En verder…
De opmerking van James Kennedy dat
hij ‘normerende en levensbeschouwelijke
gesprekken’ in onze samenleving mist, raakt de kern van dit weblog.
Mijn mensbeschouwing geeft verheldering vanuit een
filosofisch perspectief.
Met als thema’s:
- De mens en zijn wereld, hfd II
- Theologie in beweging, hfd III
- De mens
als zingever, hfd IV
Hoe kent de mens zijn wereld?
De filosoof André Klukhuhn splitst het menselijk bewustzijn in twee helften:
een wereld buiten ons en een wereld binnen ons. 42,2020,pg 69ev
Hij ziet vier kén-wijzen, dit zijn:
a. De wetenschap; deze bevindt zich in de menselijke buitenwereld en staat
aan de ene kant van het bewustzijn. Wetenschap staat voor objectieve kennis,
waarneembaar en toetsbaar.
- Een wereld binnen ons
b. Het mystieke; dit bevindt zich aan de andere kant
van het menselijk bewustzijn, de binnenkant. Deze kenwijze gaat uit van directe
en intuïtieve ervaringen van een mens bij waargenomen verschijnselen.
Kenmerken zijn: de oerbeelden, het heilige, het goddelijke. Het mystieke is
nauw verwant aan Religie.
c. Het kunstzinnige; deze ken-wijze
is verweven met het mystieke. Kunst is
subjectief, gevoelsmatig en intuïtief.
d. De filosofie overkoepelt beide polen, richt zich op zowel
de wereld buiten ons als de wereld binnen ons.
Mijn ‘Mensbeschouwing’ is niet gericht op de menselijke buitenwereld. Het zal
gaan over de wereld binnen ons.
In plaats van Klukhuhn’s begrip ‘mystiek’ gebruik ik het woord ‘transcendentie’.
De reden daarvoor is dat dit
laatste goed aansluit bij de fenomenologie, een filosofische stroming die mijn
voorkeur heeft.
Zie mijn blog fenomenologie.
Hoe kan het begrip ‘transcendente kenwijze’ worden omschreven?
Het antwoord komt vanuit verschillende invalshoeken, nl:
- Psychologie, par
2.1
- Theologie, par
2.2
- Humanistische psychologie, par
2.3
- Religieuze filosofie, par 2.4
- Muziek, par
2.5
Twee psychologen onderzochten de wijze waarop mensen beslissingen
nemen. Het zijn Daniel Kahneman en Gerd Gigerenzer.
Indrukwekkend kennis te nemen van hun gedegen wetenschappelijke arbeid.
Kahneman, In hoeverre reageert een mens intuïtief?
De psycholoog Daniel Kahneman (geb.
1934) ontdekte niet alleen het bestaan van twee soorten denkprocessen in ons
brein:
het
intuïtieve en het rationele.
Hij toonde aan hoe deze twee denksystemen tot totaal verschillende uitkomsten
kunnen komen, zelfs met dezelfde informatie.
Hij heeft vooral de kracht van ons onbewuste brein onthuld. We denken allemaal
dat we rationeel denkende mensen zijn die nadenken over te nemen beslissingen.
Het tegenovergestelde blijkt het geval: we zijn bijna helemaal irrationeel. Dit
blijkt voor ons een overlevingsmechanisme. 21, 2019, Deel 1
Kahneman analyseerde de wijze waarop mensen beslissingen nemen. Op grond
van wetenschappelijk onderzoek stelde hij vast dat dagelijkse beslissingen voor
ca. 95% op intuïtieve basis worden genomen. De overige beslissingen
worden rationeel doordacht. Slechts 5% dus!
Gigerenzer.
Hoe beslissen we? Intuïtief of redenerend?
De Duitse psycholoog Gerd Gigerenzer (geb. 1947) deed jarenlang
onderzoek naar de menselijke intuïtie. Wat blijkt? Wie veel ervaring heeft, kan bij het maken van een beslissing beter
vertrouwen op zijn intuïtie dan op beredeneerd, logisch nadenken.
Kenmerkend voor intuïtie is:
- komt snel op in je bewustzijn
- gebaseerd op jarenlange ervaring
- je kunt het niet uitleggen
Intuïtie reikt verder dan de
beschikbare informatie.
Vaak draait het om de vraag: moet ik dit wél of juist niét doen?
Gerd Gigerenzer laat in zijn boek 'De kracht van je intuïtie' zien hoe je beter besluiten kunt nemen als je vertrouwt op datgene wat je intuïtie je ingeeft.
We denken vaak dat we beslissingen moeten nemen met ons verstand, weloverwogen
en na veel wikken en wegen. Maar niets is minder waar. Gigerenzer gaat verder…
a. maak in plaats van je ratio gebruik van je cognitieve, emotionele en sociale
vaardigheden. Deze zijn gebaseerd op krachtige intuïtieve instrumenten zoals
vertrouwen, bedrog, identificatie, wensdromen en samenwerking.
b. besteed geen extra tijd aan het verzamelen van nieuwe informatie.
Daarentegen, laat jezelf intuïtief voelen wat je niét hoeft te weten. Op deze
manier verlost het je van al het wikken en wegen. 24
Na de
resultaten van bovenstaand wetenschappelijk onderzoek wil ik kennismaken met de
psycho-analyse van Carl Jung.
Welke rol speelt het onbewuste
binnen de menselijke psyche?
De psychiater Carl Jung
(1875 – 1961) geeft een overtuigende verduidelijking van datgene wat zich
afspeelt aan de binnenkant van de menselijke psyche. Hij trekt een grens tussen het bewuste en het onbewuste.
Ik ga hier alleen verder met het onbewuste. Dit heeft als inhoud:
- het persoonlijk onbewuste. Dit is een opslagplaats van materiaal dat niet meer bewust is, maar dat gemakkelijk tot het bewuste kan opstijgen. Dit materiaal bestaat uit herinneringen en gedachten die uit het bewuste zijn gestoten omdat zij onbelangrijk of bedreigend zijn.
- het collectief
onbewuste. Carl Jung noemt dit de machtigste kracht in de
psyche van een persoon.
Het bestaat uit overgeërfd psychisch materiaal wat bij de hele menselijke soort
onbewust aanwezig is. Door middel van erfelijkheidsmechanismen worden bepaalde ervaringen
van de ene generatie op de volgende doorgegeven.
De opslagplaats van deze universele evolutionaire ervaringen vormt het diepste en meest ontoegankelijke niveau van de
persoonlijkheid, het collectieve onbewuste. Dit wordt de
basis van de persoonlijkheid van een individu. 30, 1979
Welke krachten zijn afkomstig uit dit collectief onbewuste?
Jung: Het zijn oerbeelden (of ‘archetypen’).
Hij noemt onder meer:
- de Oermoeder, de Goddelijke Zoon, de Maagd,
- de Duivel, de Slang, het Beest,
- de Held, de Oude Man,
- de Maan, de Zonnegod,
- de Wind, het Water, de Zee, het Vuur. 30, 1982
Kenmerkend voor oerbeelden is dat ze in elke cultuur de eigen religie
overstijgen.
Met behulp van Wikipedia heel overtuigend te lezen bij:
- het
scheppingsverhaal
- de zondvloed
- de
onsterfelijke ziel
- het dodenrijk
Carl Jung heeft ons inzicht gegeven in het diepste en
meest ontoegankelijke niveau van de menselijke psyche, het collectieve
onbewuste.
Inleiding
Gebaseerd op de psycho-analyse van Carl Jung schrijft de theoloog Edward van
der Kaaij:
‘Christenen brengen hun boodschap onder woorden op
basis van archetypen. Het evangelie is een afspiegeling van wat in onze psyche
verankerd ligt. Het lag - en ligt - in de diepste laag van ons bewustzijn
opgeslagen’. 09, pg 272
En verder: ‘Er zijn in wezen geen principiële grenzen tussen de godsdiensten,
ze zijn uit hetzelfde hout gesneden, uit dezelfde bron opgeweld.’ Moslims,
christenen, joden e.a. staan in hun diepere laag, het collectief
onbewuste, in dezelfde traditie. 09, pg 127
De vraag is
hoe dit alles een rol speelt in de bijbelse boodschap. Daarover het volgende.
Hoe gaan we om met de vele mythologische en symbolische
verhalen die in de Bijbel staan geschreven?
Moeten wij de oude verhalen in de
Bijbel wel zo letterlijk nemen?
Nee, zegt de theoloog John D. Crossan.
‘Het is niet zo dat de oude volken letterlijke verhalen vertelden en dat wij nu
zo slim zijn ze symbolisch uit te leggen.
Maar het is andersom: ze vertelden in symbolische zin en wij zijn nu zo
dom ze letterlijk te nemen’.
Wat houdt dit in? Hoe moet je de Bijbelverhalen
interpreteren?
Wat is de invulling van onze geloofsvoorstellingen?
Onderstaande theologen geven een niet mis te verstane verduidelijking.
Casper Labuschagne is ervan overtuigd dat het geloof
van veel mensen gebaseerd is op een veelvoud van misverstanden.
Hij schrijft:
‘Ik ben er diep van overtuigd dat
het fundamentalistische bijgeloof - waarbij men goedgelovig aanneemt dat alles
wat in de Bijbel staat, precies zó is gebeurd- het juiste verstaan van de
Schrift in de weg staat. Deze uiterst simplistische visie op de Bijbel kan voor
menigeen een struikelblok zijn om het geloof in God te behouden.’
En verder:
‘Mijn eigen geloof in God, zegt Labuschagne,
is gebaseerd op mijn eigentijdse, niet fundamentalistische verstaan van de
bijbel. Van alles wat ik weet, probeer ik het wezenlijke te onderkennen en vast
te houden en het onwezenlijke los te laten’. 10,
pg 38
‘Willen we het verhaal tot zijn recht laten komen moeten we om mee te beginnen
ophouden om er historische vragen bij te stellen. Wat we ons wel mogen afvragen
is: wat wilde de auteur met dit leerverhaal duidelijk maken en wat wilde hij
overbrengen?’ 10, pg 88
Labuschagne gaat ervan uit dat het gangbare godsbeeld in het westerse christendom
in hoge mate verantwoordelijk is voor de vervreemding van de moderne westerse
mens van de bijbelse boodschap. 10
Harry Kuitert: ‘Onze religies, inclusief het christelijke, zijn 'van verbeelding'; we hebben ze via via geërfd van verre voorouders, die er hun kijk op de wereld in onderbrachten door hetzelfde (chaos en dood) anders te zien. Zo konden ze weer vooruit.
Van 'verbeelding’ moet je echter geen waarheden maken, geen informatie, want
dan kloppen de verhalen en voorstellingen niet meer.
Waarheden doen niets, je moet ze erop nahouden, maar verbeelding werkt, ze laat
ons hetzelfde anders zien.
De hemel hoeft niet een echte hemel te zijn, het hiernamaals niet echt te
bestaan, God niet een echt wezen te zijn, om toch tot de verbeelding te
spreken’.
‘De religieuze mythen kun je het beste uitleggen als reactie van mensen op hun
omgeving en alles wat daar aan de hand was’. Het was leven in een chaos, leven
in dagelijkse onzekerheid. 06, 2005 pg 41 ev
Dit alles overdenkend: wat een merkwaardig wezen is de mens dat hij zin
verleent aan wat uit zichzelf geen zin meebrengt en op deze wijze vorm weet te
geven aan een wereld van betekenis.
En verder…
‘Alleen in het verhaal, in de
religieuze mythe, kan het echt gebeuren. Als we in het verhaal blijven, dan
klopt de wereld niet, het gebeurt niet echt wat we daar lezen. We horen God
niet spreken, als we in nood gezeten zijn, in tijden van grote of kleine rampen
helpt Hij ons niet. 'Waar blijft God?' roepen de mensen, maar ze krijgen geen
antwoord.’ 06, 2005 pg 92
Rudolf Bultmann
(1884-1976) zegt dat we mythologische geloofsvoorstellingen niet moeten
opvatten als ware beschrijvingen van de werkelijkheid en ze daarmee toespitsen
op ons huidige bestaan.
De mythologische voorstellingen uit het Nieuwe Testament zijn de verpakking van
een boodschap die een nieuwe kijk wil geven op onszelf en op een nieuwe wijze
van bestaan. 12, 2016, pg 18
Rochus Zuurmond
(1930-2020) dringt er op aan dat de Bijbelse boodschap opnieuw geijkt moet
worden op zijn oorsprong. De reden daarvoor is dat kernwoorden als ‘God,
geloof, schepping, Zoon van God’ een betekenis hebben gekregen die op dit
moment meer verduisteren dan verhelderen. 08,
pg 84
Religieuze
Taal wordt gekenmerkt door religieuze mythes en symbolen.
Bijbelverhalen moeten worden gelezen als metaforen.
De godsdienstsocioloog Meerten ter Borg schrijft hierover:
‘Vanaf de Verlichting kon de Bijbel niet meer gelden als Gods woord. Zij werd
een verzameling geschriften uit verschillende meer of minder barbaarse
perioden.
Men moest de sociale positie en de belangen van de schrijvers (meestal priesters) in de beschouwingen betrekken.
De Bijbel is hooguit door God geïnspireerd. De verhalen moeten goeddeels als metaforen worden opgevat’. 19
Voor wat
betreft de Christelijke religie zijn de vele
Bijbelverhalen hét middel om de binnenkant van het menselijk bewustzijn te
beïnvloeden.
Daarbij moet men ervan doordrongen zijn dat deze zijn geschreven in een Religieuze Taal, wat betekent dat ze niet als waar gebeurde geschiedenis moeten worden geïnterpreteerd maar als een taal die wordt gekenmerkt door religieuze mythes en symbolen.
Ze zijn niet objectief zoals je
van non-fictie boeken verwacht. Het zijn teksten die zijn geschreven vanuit
subjectieve, vaak profetische gezichtspunten. In een tijd die ver weg staat van
de onze.
En verder … aandacht voor een theologische stroming met religieuze én
filosofische uitgangspunten.
De Liberale Theologie wordt in hoge mate bepaald door de hermeneutiek.
Rick Benjamins ‘In de eerste instantie probeerde
de hermeneutiek regels te geven voor de manier waarop we teksten gebruiken.
De hermeneutiek ontwikkelde zich echter tot een filosofie die interpretatie opvat als een wezenlijke trek van ons bestaan.
De hermeneutiek veronderstelt dat een mens
zichzelf en zijn wereld begrijpt door die te interpreteren.
Ze
veronderstelt dat mensen interpreterende wezens zijn die ‘iets’
waarnemen ‘als iets’
Door interpretatie geeft een mens vorm aan zichzelf en aan de wereld. Pas door
zijn interpretatie begrijpt een mens zichzelf ‘als iemand’.
De interpretatie van het menselijk zelfbegrip is dus nooit afstandelijk, neutraal of objectief’.
Bron:
12, 2016, pg 19.
Interpretatie en religie
‘Interpretatie-theologen delen de overtuiging dat religie van belang is voor de duiding van het leven.
We doen niets anders dan ons oriënteren in de wereld via verbeelding, symbolen en rituelen’.
Religie is zo’n symboolsysteem. Het biedt mensen een handvat om de overweldigende ervaringen van het leven te duiden.
Bron: 12, 2022, pg 126 ev
Een humanistisch mensbeeld is een perspectief dat de nadruk legt op
de intrinsieke waarde, autonomie en waardigheid van het individu. Zie verder bijlage 1b
De psycholoog Abraham Maslow omschrijft de
mens vanuit een humanistische visie.
Om zich als gezonde
persoonlijkheid te kunnen ontwikkelen, zegt hij, moet een aantal fundamentele
menselijke behoeften bevredigd zijn.
Maslows behoeften-hiërarchie
ziet er als volgt uit:
Basisbehoeften. Dit zijn voorwaarden om te (blijven) leven.
Ze bestaan uit:
1. Fysieke behoeften. Voldoende
water, voedsel, lucht, slaap en seksualiteit. De eerste vier zijn essentieel
voor het overleven van het individu. Seksualiteit is voorwaarde voor overleving
van de mensheid als soort.
2.
Behoefte aan veiligheid. Hierin
gaat het om bescherming, sociale en politieke stabiliteit.
Psychologische behoeften.
Deze dragen bij tot een psychisch welzijn. Elk mens zal daar op zijn
eigen wijze invulling aan geven. Ze bestaan uit:
3. Sociale
inbedding. Het hebben van een goede relatie
met een andere persoon of met mensen in het algemeen.
4. Waardering. Te
onderscheiden in twee groepen:
a. Waardering door anderen. Waardering die van buitenaf komt
zoals reputatie, status, prestige of sociaal succes. In het algemeen hoe
anderen over ons denken en op ons reageren.
b. Zelfwaardering. Het vertrouwen in ons zelf. Ons zelf waardig en
toereikend voelen.
Een waardevol bestaan (of being values)
Het gaat hier om gemotiveerde mensen die niet alleen hun eigen talenten
willen optimaliseren, maar ook zichzelf willen overstijgen. Ze bestaan uit:
5. Zelfverwerkelijking (of zelfactualisatie)
Zelfverwerkelijking
kan worden gedefinieerd als een optimale ontwikkeling, de verwerkelijking van
de eigen talenten.
6. Zelfoverstijging (of zelftranscendentie)
Het bijzondere van
mensen is dat ze het vermogen hebben zichzelf een wereld te scheppen. Ze zijn
in staat de grenzen van het hier en nu te overschrijden.
Zelftranscendentie brengt een mens tot piek-ervaringen.
Volgens Maslow werken piek-ervaringen verheffend en
veranderen ze de persoonlijkheid:
- er komt creatieve energie vrij,
- het benadrukt de betekenis en de waarde van het bestaan,
- het geeft doelgerichtheid aan het individu en een gevoel van verbondenheid,
- het verandert iemand definitief
in een beter mens. 23
Piekervaringen kunnen therapeutisch werken en leiden tot een grotere vrijheid
van de wil, zelfbepaling, creativiteit en empathie.
Raakvlakken tussen liberale theologie en humanistische psychologie
Bestaat er een relatie tussen beide stromingen?
- ontwikkeling van een gezonde
persoonlijkheid.
Als het uiteindelijk doel noemt hij zelfverwerkelijking
en zelfoverstijging.
Raakvlakken
theorieën Benjamins en Maslow
Zowel Benjamins als Maslow onderschrijven de
stelling:
‘Door
stil te staan bij de betekenis van ons leven, kunnen we een dieper
begrip krijgen van onszelf en de wereld om ons heen’.
Beide stromingen delen een optimistisch mensbeeld.
Beide
dragen bij aan menselijke conditie, zoals
- vrijheid
-
persoonlijke verantwoordelijkheid
- het streven naar een zinvol leven.
Hoe kunnen we op mondiaal niveau omgaan
met de grote hoeveelheid religies en andere levensbeschouwingen?
Is het mogelijk om vanuit een overstijgende visie álle vormen van religie een gemeenschappelijke
inhoud te geven?
De godsdienstfilosoof Henk
Vroom beantwoordt deze vragen in zijn boek
‘Een waaier van visies’.
In zijn studie geeft hij diverse invullingen van het fenomeen transcendentie.
Hieruit blijkt dat elk volk, elke groep, elke stroming een eigen specifieke
religieuze traditie heeft.
Hij maakt duidelijk dat een filosofie die zich richt op de religie van
een mondiale samenleving zich niet anders kan ontwikkelen dan tot een theorie
van verschillende levensbeschouwingen.
Met als conclusie: ‘Er bestaat geen neutraal standpunt dat alle religies en andere
levensbeschouwingen overstijgt’ 18
pg 18
Als voorbeeld geef ik de belangrijkste levensbeschouwingen in Japan.
Het land kent in feite twee religies, het shintoïsme en het boeddhisme.
- Shintoïsme is een inheemse Japanse religie,
ontstaan in het verre verleden.
De zogeheten ‘Kami’ zijn geestelijke krachten in
bomen, bergen, rivieren, zee of wind.
Deze werden -en worden- aanbeden. Daarmee
leefde -en leeft- het volk in harmonie met de natuur.
Er is veel wederzijdse beïnvloeding geweest tussen het shintoïsme en het
boeddhisme.
- Boeddhisme is
gericht op persoonlijke spiritualiteit.
Velen zien deze levensbeschouwing niet als religie omdat het geen goden vereert.
Daarvoor in de plaats gebruikt men woorden als 'traditie', 'leer' of 'levensbeschouwing',
weliswaar nauw verbonden met ethische voorschriften. Hierin staat het streven
naar ‘de goede mens’ centraal.
Vraag: wat is de hoogste, meest heilige, situatie die door een mens bereikt kan
worden?
Antwoord: dit is Nirwana, de verlichting die de Boeddha
zelf bereikt had.
Wat is het verband tussen muziek en transcendentie?
Antwoord: het zijn twee concepten die vaak met elkaar worden verbonden. Muziek
kan een krachtig hulpmiddel zijn om transcendentie te ervaren.
Muziek heeft het vermogen om emoties op te wekken die ons diep raken op een
niet-verklaarbare manier.
Deze situatie kan zich voordoen in een concertgebouw, tijdens een religieuze
bijeenkomst, maar ook in de huiselijke sfeer.
Als voorbeelden geef ik
Handel As steals the morn.
Handel Zadok the priest
Handel Saul
Het
ervaren van transcendentie door middel van muziek is subjectief. Wat bij de ene
persoon zelftranscendentie opwekt, kan bij een ander van weinig betekenis
zijn.
De vraag aan het begin van dit hoofdstuk was:
Hoe kan het begrip ‘transcendente kenwijze’ worden omschreven?
De antwoorden komen vanuit verschillende richtingen, het zijn:
Psychologie:
- De psycho-analyse geeft aan dat het collectief onbewuste de machtigste kracht is van de persoon.
- Psychologen constateren dat beslissingen in hoge mate op intuïtieve basis worden genomen.
Dus: De binnenkant van ons bewustzijn domineert in hoge mate de buitenkant.
Theologie:
- Religieuze teksten zijn geschreven in een taal die wordt gekenmerkt door
mythes en symbolen.
- Paulus legt de nadruk op inzicht en begrip, niet op dogma’s.
Humanistische psychologie:
Humanisme benadrukt de waardigheid van de mens. Een belangrijk aspect hiervan
is zelftranscendentie.
Kan één mondiale levensbeschouwing bestaan?
Het antwoord is: er bestaat geen neutraal standpunt dat alle levensbeschouwingen overstijgt.
Muziek:
Muziek kan een krachtig hulpmiddel zijn om transcendentie te ervaren. Muziek
heeft het vermogen om emoties op te wekken die ons diep raken.
Er bestaat een duidelijk verband tussen de onderwerpen die hiervoor aan de orde zijn geweest en de situatie waarin de christelijke theologie zich bevindt.
De vraag is of traditionele
geloofsvoorstellingen voldoende zijn meegegaan met de geest van de tijd.
Daarover het volgende:
De zone van de innerlijke wereld werd
eeuwenlang beheerst door de godsdienst. Tijdens religieuze bijeenkomsten werd het
geestelijke bewustzijn gestimuleerd en inhoudelijk gevuld. Een steeds groter
wordend knelpunt bleek echter dat men steeds meer achterbleef bij de
ontwikkelingen in de wetenschappen, de filosofie en de natuurkunde.
Ook geloofsvoorstellingen gaan mee met de geest van de tijd. Een samenleving is
nu eenmaal in beweging en afhankelijk dáárvan komen mensen op nieuwe gedachten.
De vraag is hoe hiermee om te gaan, terughoudend of kritisch denkend. Hierover
het volgende.
In de 20e eeuw vond een omslag plaats waar het gaat om de wijze
waarop men Bijbelteksten interpreteerde. De waardering voor traditionele en
daarmee geruststellende kennis verminderde gaandeweg. Er ontstond een kritische
houding, nog sterker, deze houding werd hét middel voor het verwerven van
geldige kennis.
Er was een drang om geloofsvoorstellingen te vernieuwen, te actualiseren. Men wilde in de pas lopen met filosofische ideeën die als kenmerk hebben zich voortdurend te ontwikkelen.
De godsdienstsocioloog Meerten ter Borg
vraagt zich af waarom gelovigen zo vaak vast houden aan traditionele, orthodoxe
kennis. Ook al is die verouderd. Er is blijkbaar moed voor nodig, zegt hij, om
een standpunt in te nemen dat afbreuk doet aan datgene wat men gewend is. Men
raakt erdoor in verwarring.
Ter Borg roept mensen op met de slogan Durf te weten!
“We zijn
vrij om te geloven en ons geloof te kiezen. Het ‘durf te weten’ impliceert de
harde waarheid dat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons geloof en onze traditie”. 19, 2010, hfd II,5
Als ik als uitgangspunt neem dat ik ‘durf te weten’, wát wil ik dan precies weten?
Het zijn onderstaande onderwerpen.
- Ons Godsbesef par.1
- Jezus, wie is hij? Par.2
- Verzoening in Christus par.3
- Gnostische filosofie par.4
- Wis- en natuurkunde par.5
- Het hiernamaals par.6
- Zonde, Goed en Kwaad par.7
Twee vragen:
a. Wanneer is ons menselijk Godsbesef ontstaan?
Voor een antwoord op deze vraag volg ik de gedachtegang van de historicus Yuval Harari.
Hij schrijft: ‘70.000 jaar geleden was er sprake van een cognitieve revolutie:
de mens verwierf betere hersenen, waardoor hij meer greep kreeg op de
wereld en zijn taalvermogen uitbreidde. Door taal was hij in staat om sociale
relaties te benoemen en te communiceren over abstracte begrippen, zoals
goden, het leven na de dood, eer en rechtvaardigheid.’ 51,
2015
b. Kan het Godsbesef zich in de loop van de tijd wijzigen? En hoe?
Een antwoord van twee theologen:
a. Carel ter Linden:
‘God’ is identiek met een geestelijke werkelijkheid,
te omschrijven als ‘dragende krachten zoals trouw, liefde, vergevingsgezindheid en rechtvaardigheid die
het leven en deze wereld bijeen houden. 03,
2014, pg 130 ev.
En verder: ‘De voor ons leven en onze
samenleving essentiële grondwaarden komen ons niet van
boven of buiten ons bestaan aangevlogen; de mens heeft ze met vallen en opstaan
ontdekt als de enige weg om het leven met elkaar op deze aarde mogelijk te
maken, en herkend als eeuwige waarden.’ 03,
2014, pg 164
b. Rick Benjamins ziet God niét als een almachtige die de
wereld naar zijn hand zet.
Hoe ziet hij wél de relatie ‘de mens en het goddelijke’? Antwoord:
- ‘In een spirituele wereld worden mensen aangedaan of
aangeraakt door het oneindige, het irrationele. Het is alleen de mens die de
mogelijkheid heeft dit te beleven, dit vanwege zijn geest die verbonden is met
het transcendente, het goddelijke. Deze verbinding overkómt je als mens’. Bron:
12, 2016, pg 16
Een overzichtelijke en
interessante beschrijving van Rick Benjamins’ boek Boven is onder ons is
te vinden in: Blog Bert Altena
Voor andere, Hedendaagse Godsbeelden, zie bijlage 3.1
Jezus is
zowel rationeel als transcendent kenbaar. Wat houdt dit in?
Een omschrijving van vier theologen:
Kuitert: Binnen het Christendom is Jezus
de centrale figuur. Hij was een méns die leefde in déze wereld en wilde als
Jood de God van Israël nieuw leven inblazen. Merkwaardig dat vele jaren later
het idee opkwam dat hij naast een menselijke ook nog een goddelijke natuur
bezat.
Jezus heeft zichzelf niet als een buitenaards mens gezien, in het bezit van een goddelijke natuur, maar als méns onder de ménsen, zij het met een bijzondere taak. 06, 1998
De
theoloog Doornbos gaat verder met deze denkwijze en stelt de vraag hoe
bijbelteksten moeten worden gelezen en hoe ze moeten worden geïnterpreteerd.
Daarover het volgende…
Doornbos (1946) vraagt zich af waar het
idee vandaan komt om Jezus letterlijk als zoon van God te beschouwen.
Hij geeft als antwoord dat dit ongetwijfeld wordt veroorzaakt door het veel te
letterlijk lezen van Bijbelteksten. Men hield daarbij geen rekening met de
totaal andere taalwereld van de schrijvers. Men zag onvoldoende dat er in
geloofstaal werd geschreven te midden van de oosterse verhaalcultuur. 05, pg 109 ev
Soms wordt in Bijbelteksten gezegd, of minstens gesuggereerd, dat Jezus
letterlijk bij God zelf vandaan komt, uit de hemel. Hoe kan dit? Doornbos geeft
als antwoord:
De
evangelisten schreven hun teksten in geloofstaal. Het zijn stuk voor
stuk achteraf geschreven verhalen waarin mensen vertellen over hun ervaringen
met Jezus. 05, pg 112
Labuschagne: Jezus werd bij zijn doop in de Jordaan toegerust met de Geest van God. Deze zou hem in staat stellen om zich te wijden aan zijn bijzondere opdracht. 10, pg 215.
(Overigens: ‘Het is niet alleen Jézus die de Geest van God ontvangt; zij wordt ook geschonken aan gewone mensen’, aldus Labuschagne. 10, pg 213)
Op welke wijze zou Jezus na zijn dood blijven leven? (Hij had immers beloofd
terug te komen). Het antwoord is dat zijn volgelingen hem zullen leren kennen
als ‘een Geestelijk teruggekeerde Jezus’. 10, pg 223
In
navolging van de apostel Paulus plaatst Edward
van der
Kaaij Jezus op spiritueel en mythologisch niveau.
Hij schrijft: ‘de Messias van Paulus leek veel op de mysteriegoden in het oude
Egypte. Daar bestond de zoon van God met de naam Osiris die verbonden
was met een andere wereld’.
Op grond hiervan komt hij tot de uitspraak:
‘Alle gebeurtenissen in het leven van Jezus Christus
moeten worden uitgelegd als metafoor van ons eigen ideale bestaan’ 09, pg 173
Conclusie:
In het bovenstaande is sprake van een dubbele
gelaagdheid:
1. De historische Jezus, als een mens die leefde in
een aardse werkelijkheid. Als een Joodse man die de God van Israël nieuw leven wilde
inblazen.
2. Jezus Christus op
spiritueel en mythologisch niveau, als metafoor van
ons eigen ideale bestaan.
Beide visies kunnen naast elkaar bestaan, nog
sterker: het leven van Jezus is niet voor niets geweest, zijn geest leeft
binnen het innerlijk bewustzijn van Christenen verder, tijdloos!
Het uitgangspunt van de theoloog Edward van der Kaaij
is dat het ‘leven van Jezus Christus moet worden gezien als een metafoor.
Met als voorbeeld De opstanding van Jezus.
Hij schrijft:
‘Of Jezus letterlijk is opgestaan uit de dood doet er helemaal niet toe.
Het gaat er om dat je als gelovige zelf opstaat uit je (geestelijke) dood.
En of Jezus letterlijk blinden ziende heeft gemaakt is niet van belang, de
genezing wil ons ertoe brengen dat wij zelf onze blindheid zien.
Of Jezus doven de oren heeft geopend maakt niet uit, het gaat erom dat Jezus
ons gehoorzaam maakt’.
Geen enkel
‘feit’ uit het leven van Jezus doet er toe, het kan net zo goed niet echt
gebeurd zijn.
Van de historische Jezus los, zou ik de verhalen zo uitleggen dat de wonderen
ons ertoe willen brengen dat wij in Christus gaan horen en zien en in Christus
uit onze dood opstaan.
Dus dat hij de Levende in ons bestaan wordt. De
opstanding, maar ook het leven van Jezus Christus, moet worden uitgelegd als
metafoor van ons eigen ideale bestaan’. 09, pg 147
Edward van der
Kaaij noemt de boeken van Tjeu van den Berk en Freke & Gandy als uitermate
interessant.
Hieronder
een eerste indruk.
Het oude Egypte: bakermat van het jonge Christendom
De theoloog Tjeu van den Berk stelt de vraag: bestaat er een
relatie tussen mythische oerbeelden en het op de Bijbel gebaseerde Christendom?
Zijn antwoord: ‘Deze relatie is juist fundamenteel, de christelijke leer is gebaseerd op universeel aanwezige oerbeelden’.
Tjeu van den Berk: ‘De godsdienst-fenomenologen hebben
ons geleerd op wat voor wijze de eerste Christenen in hun levensbeschouwing
aansloten bij de mythen en symbolen van de Oude
Egyptenaren.’
‘Het is niet zo, stellen zij, dat Christenen die beelden bewust ontleenden aan
andere culturen. Ze werden onbewust door die beelden zelf gedreven’. 01
‘De grote mythen van het jonge christendom ontstonden niet in het orthodoxe
Jeruzalem, het klassieke Athene of het wettische Rome, maar in de smeltkroes
van het gnostieke, Egyptische Alexandrië.
Daar ontleende een groep vrijzinnige joden, zij het meestal onbewust, hun
identiteit aan een drieduizend jaar oude religie die gebaseerd was op de
Egyptische Osiris-mythe. De mythe van Christus is een geschenk van de Nijl’.
Lees verder - als kennisname van het boek-
het hele artikel: Het oude Egypte, bakermat van het jonge Christendom
Staat Tjeu van den Berk alleen in zijn zienswijze?
Nee,
zeker niet. Zie hieronder…
Freke en Gandy stellen in hun boek ‘De
mysterieuze Jezus’ als meest belangrijke vraag:
Was Jezus oorspronkelijk een heidense God?
Inleidend een aantal prikkelende vragen
• Wat als duizenden jaren vóór het christendom ook heidenen een Zoon van God hadden aanbeden?
• Wat als deze heidense verlosser op 25 december vóór drie herders uit een maagd werd geboren, water in wijn veranderde, stierf en met Pasen weer tot leven kwam, en zijn lichaam en bloed offerde als heilige communie?
• Wat als deze heidense mythen herschreven waren als het evangelie van Jezus Christus?
• Wat als er absoluut geen bewijs zou zijn voor het bestaan van een historische Jezus?
• Wat als de eerste christenen wisten dat het Jezusverhaal een mythe was?
• Wat als de waarheid voor ons verborgen is gehouden door de grootste doofpotaffaire uit de geschiedenis?
Hieronder een nadere kennismaking met het werk van de wetenschappers Freke en Gandy:
De mysterieuze Jezus, Was Jezus oorspronkelijk een
heidense god?
(Het hele artikel is te lezen achter deze link)
Enkele fragmenten uit dit artikel:
Wie was Jezus? En wie waren de oorspronkelijke
christenen, wat geloofden zij, en hoe verhouden zij zich tot het hedendaagse
christendom en het materiaal waaruit het Nieuwe Testament is samengesteld?
Freke en Gandy geven
onconventionele antwoorden gebaseerd op kennis over de bijbel en op hun eigen
studie van het gnosticisme, heidense mysteriereligies en wereldmystiek.
De mysterieuze Jezus gaat over de geschiedenis van het
christendom. Het boek levert overtuigend bewijs dat de uitleg die door het westerse
christendom
wordt gegeven -en nog steeds wordt erkend- ondeugdelijk is.
In feite berust deze uitleg op een letterlijke interpretatie van mythische
allegorieën die oorspronkelijk nooit als geschiedenis waren bedoeld.
Deze letterlijke interpretatie werd opgelegd door
middel van systematische vernietiging van geschriften en sekten die daarmee in
strijd waren.
Freke en Gandy:
Als onderzoekers van wereld- en klassieke mystiek herkenden wij
de grote overeenkomsten tussen het verhaal van Jezus en die van stervende en
verrijzende heidense godmensen, zoals
- Osiris, Egypte, Opera: Osis en Osiris , Laszlo
Polgar of Osis
en Osiris, In diesen heil'gen
Hallen
- Dionysus, Griekenland
- Mithras,
Perzië
- Orpheus, Opera: Orpheus
en Euridice en: J’ai perdu mon
Euridice
- Adonis, Syrië. Opera: Venus
en Adonis
- Baäl en Asjera, Kanaän
De (heidense) gnostici waren zich ervan bewust dat al deze verschillende godinnen en godmensen
in wezen twee universele archetypen waren. (Zie ook 13,2007,pg.27)
Elk volk heeft zijn eigen mysterieën
Freke en Gandy leveren
fascinerend bewijs voor hun stelling dat ‘bijna alle volkeren rond de
Middellandse Zee op een bepaald tijdstip de heidense mysteriën hadden aanvaard
en deze hadden aangepast aan hun eigen nationale voorkeur’.
Joodse mysteriën
In de eerste eeuwen vóór Christus had op een gegeven moment een groep joden dit
ook gedaan en een joodse versie van de mysteriën gemaakt.
Joodse ingewijden bewerkten de mythen van Osiris-Dionysus om het verhaal te
creëren van een joodse stervende en weer verrijzende godmens: Jezus Christus.
Jezus en Maria Magdalena, mythische figuren
Waarom werden de geheime leringen van de oorspronkelijke christenen op brute wijze onderdrukt door de Roomse kerk? Antwoorden:
- Omdat ze Jezus en Maria Magdalena afbeelden als mythische figuren, gebaseerd op de heidense stervende en herrijzende Godmens en de gevallen en verloste Godin.
- Omdat ze laten zien dat het evangelieverhaal een spirituele allegorie is die de informatie overzet naar een filosofie die leidt tot gnosis, een mystieke verlichting.
- Omdat ze alle externe autoriteit ondermijnen door de innerlijke Christus te openbaren.
- Omdat ze de kracht hebben om de wereld binnenstebuiten te keren en het leven te transformeren in een verkenning van het bewustzijn.
Het
boek Jezus
en de verloren godin van Freeke en Gandy is gebaseerd op de nieuwste inzichten van de moderne
wetenschap en ontcijfert voor het eerst in bijna twee millennia de geheime
leringen van de oorspronkelijke christenen.
Zie lit. 13
Van mythe naar waargebeurd
Binnen het christendom ging men er -na verloop van tijd- vanuit dat hun mythes
een historische achtergrond hadden, dus wáár gebeurd. Verhalen in de bijbel
moesten worden gelezen en letterlijk worden opgevat.
Zonder dat het noodzakelijk was een diepere spirituele betekenis ervan te
begrijpen.
Wat was daarvan het gevolg?
Het christendom werd een religie van ‘de dode letter’. Men ging er niet van uit
dat religieuze teksten in de eerste plaats een spirituele betekenis hadden.
Het gevolg was dat de nadruk kwam te liggen op uiterlijke vormen in plaats van
op spirituele groei.
Zie ook 13,2005, pg 123
Freke en Gandy geven als
informatie een indrukwekkende toelichting door middel van youtube-video’s.
Het zijn twee documentaires van elk 52 minuten:
Jezus zoon van God – deel 1
Jezus zoon van God – deel 2
Freke en Gandy: ‘De Jezus van
Paulus is een duidelijk mythisch figuur die niet in een bepaalde plaats of tijd
woont.
Paulus citeert Jezus nooit en schildert hem niet af als een kortgeleden Joodse
leermeeser.
Hij behandelt hem zelfs helemaal niet als iemand die echt geleefd had’.
En verder…
‘Als Paulus ons ‘het geheim’ van het christendom onthult, heeft het volstrekt
niets te maken met een historische Jezus.
Het geheim dat hij bekend maakt is de mystieke openbaring van ‘de Christus in Uzelf’.
13,2007,pg.30
Tot
zover de boeken die Edward van der
Kaaij typeerde als uitermate interessant.
Er bestaan echter ook andere bronnen die de mystieke zienswijze
ondersteunen.
Hieronder
noem ik enkele daarvan.
Er bestaat veel onrecht in deze wereld, veroorzaakt door o.a. hoogmoed, hebzucht, jaloezie, woede en onwetmatig machtsvertoon. Hoe hiermee om te gaan?
Kan dit alles worden rechtgezet door Jezus die voor ‘al onze zonden’ stierf aan het kruis? En daardoor vrede en verzoening mogelijk maakte?
De logica hiervan is voor mij niet te vatten.
De teksten die ik hieronder geef
spreken mij wél aan.
Het is de evangelist Marcus die de betekenis van het kruis weergeeft. Hij schrijft ‘keer om op je egoïstische levensweg en ga mee op het pad van de waarheid, van het licht. In Marcus 8 vers 34 is te lezen dat Jezus de menigte bij zich riep en zei ‘wie mijn volgeling wil zijn moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aankomen’. 45, 2003, pg 128
De Frans-Joodse filosoof Emmanuel
Levinas, 20e eeuw, schrijft dat ‘verzoening in
Christus’ niet verstaan zou moeten worden als een miraculeuze goddelijke
vergeving van alle zonden maar veeleer als appél aan mij persoonlijk tot een
Messiaanse levenshouding waarbij ik, bevrijd van het kwaad dat mij isoleert en
mij op mezelf richt, mij verantwoordelijk weet voor alle anderen’. 45 pg 128
Het is de theoloog Edward van der Kaaij die zegt dat de
vele bijbelverhalen als metaforen (beeldspraak) moeten
worden opgevat. Het leven van Jezus Christus moet worden
uitgelegd als metafoor van ons eigen ideale bestaan.
Hij schrijft: ‘Of Jezus letterlijk is opgestaan uit de dood doet er helemaal
niet toe. Het gaat er om dat je als gelovige zélf opstaat uit je
(geestelijke) dood’. 09, pg 147
De theoloog Cees den Heyer (1942-2021) schreef een boek over de ‘Verzoening’ (1997). Hij komt daarin tot de conclusie dat de verzoeningsleer waarbij Jezus is gekruisigd om God en mensen te verzoenen niet als dogma is terug te vinden in de Bijbel.
Mijn conclusie? De verzoeningsleer is geen
leer, het is niet meer en niet minder dan een geloofsvoorstelling. ‘Verzoening in Christus’ zou moeten worden gerealiseerd in ons hedendaagse leven. De filosoof
Levinas geeft mijns inziens de juiste invulling met zijn wijze van denken: de gewetensvolle mens die onderweg
is naar het goede.
a. Vooraf
Gnostische teksten waren onbekend. Waarom?
Daarvoor is het nodig te weten dat er in de beginperiode van het
christendom twee stromingen waren met een tegenovergestelde opvatting over de
identiteit van Jezus:
a. een historische, realistische Jezus, aangehangen door de christelijke
orthodoxie
b. een mythologische Jezus, aangehangen door de gnostiek.
Is het mogelijk de identiteit van Jezus vast te stellen?
Nee, de waarheid over de identiteit van Jezus is niet objectief vast te
stellen. Uitspraken kunnen niet worden gedaan.
Het enige wat men kan doen is: kiezen voor één bepaalde opvatting. Zie ook 47,
pg 60
Er werd gekozen voor a. ‘de christelijke orthodoxie’.
De gnostiek werd verboden,
gnostische teksten vernietigd.
Hoe is het verder gegaan met deze verboden gnostiek?
We volgen het artikel van Bram Moerland
b. Wat verstaan we onder gnostiek?
In oudheid
De
gnostiek is een vroegchristelijke stroming uit de eerste eeuwen van onze
jaartelling.
Kernthema
van de gnostiek is dat de mens vergeten is wie hij in werkelijkheid is.
Jezus
is in de gnostische teksten een boodschapper die de mens oproept zichzelf te
herinneren: "Sta op en herinner jezelf", 60
Gnostische filosofen waren denkers die zich bezighielden met mystiek,
spiritualiteit en de zoektocht naar innerlijke kennis (gnosis).
Ze geloofden dat de materiële wereld werd gecreëerd door een lagere, soms
kwaadaardige entiteit.
Echter… de ware godheid bestaat búiten deze materiële wereld.
Hoe kon het gebeuren dat het
Christendom halverwege de 20e eeuw een nieuwe impuls kreeg?
Het antwoord komt
van een eenvoudige, maar ook verrassende vondst.
Drie broers vonden in 1945 bij het plaatsje Nag Hammadi, Midden-Egypte, een
verzameling teksten.
Deze stamden uit de begintijd van het Christendom.
Ze waren verstopt in een kruik door monniken uit een klooster.
Het bijzondere van dit alles was dat het oude
gnostische teksten waren die in de vierde eeuw door
de christelijke kerk waren verboden en vernietigd hadden moeten worden.
Een schokgolf
Het gevolg van deze vondst bracht een
schokgolf teweeg.
61,
deel I en II
c. Sta op en herinner je zélf
Kernthema
van de gnostiek is dat de mens vergeten is wie hij in werkelijkheid is.
Jezus is in de gnostische teksten
een boodschapper die de mens oproept om zichzelf te herinneren:
"Sta op en herinner jezelf"
Je bent
als mens in essentie deel van de ware werkelijkheid. Waaruit bestaat deze?
Gnosis
als zélfkennis is kennis van het Al
Wie
zichzelf kent, kent 'het
Al' ofwel
‘het alles’.
Bron: Bram Moerland,
artikel Gnosis en gnostiek, wat is dat?
D.
Gnosticisme de tijd waarin we leven
Freke en Gandy bliezen de
tijdloze filosofie van het gnosticisme nieuw leven
in.
Ze bewerkten deze stroming met succes tot een vorm die ook in onze tijd
toegankelijk is.
Zie verder hun boek De
mysterieuze Jezus
(Een
goede samenvatting is achter de link te lezen.)
Bron: 13,
2007
Tot
zover het onderwerp ‘Gnostiek’.
We gaan verder naar nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen…
Eeuwenlang hadden Filosofen en
Theologen een leidende rol in het debat over de reikwijdte van de wereld.
In de 21e eeuw zijn ze dit goeddeels kwijtgeraakt aan wis- en
natuurkundigen.
- Hun uitspraken worden deskundig onderbouwd.
- Het resultaat is een sterke vermeerdering van betrouwbare kennis.
Daarnaast: bronnen die mystieke zienswijzen
ondersteunen, zoals paranormale ofwel bovennatuurlijke verschijnselen, hebben (nog)
niet geleid tot vergelijkbare vernieuwingen.
Bron: wis- en natuurkunde
Als wetenschap binnen dit kader
noem ik Kwantum-mechanica.
Wat is houdt deze in?
Kwantummechanica bestudeert bewegingen en krachten op zeer kleine deeltjes
zoals moleculen, atomen en subatomaire deeltjes.
Wanneer er bij extreem kleine deeltjes geen gebruik kan worden gemaakt van de
klassieke mechanica, wordt de kwantummechanica gebruikt.
Bron: Kwantummechanica
Een
voorbeeld
Kunnen vijandelijke raketten worden gemanipuleerd door
een satelliet die door kwantummechanica wordt bestuurd?
Ja en nee. In theorie zou kwantummechanica kunnen worden
toegepast op geavanceerde technologieën zoals kwantumcomputers, die in staat
zouden kunnen zijn om complexe berekeningen uit te voeren op een manier die
veel sneller is dan traditionele computers.
Deze snellere berekeningen zouden kunnen helpen bij manipuleren van systemen
zoals satellieten en hun interactie met andere objecten, zoals raketten.
Hoe verder …
Bovenstaande informatie legt een
basis voor onderwerpen die hierna worden beschreven.
Het centrale thema daarbij is: het actualiseren van geloofsvoorstellingen.
Is het denken over een hiernamaals realistisch? Of is het niet meer en niet minder dan een geloofsvoorstelling?
Plato en zijn bovenwereld
Het is de filosoof Plato
die ca. 400 v Chr een basis legde voor een
dualistisch wereldbeeld, een bovenwereld en een aardse wereld.
Kenmerkend voor de bovenwereld is dat daar de oerbeelden bestaan van alles wat
we op de aarde tegenkomen. Deze bestaan eeuwig, in perfecte vorm.
Kenmerkend voor het aardse leven
is het omgekeerde. Alles wat daar bestaat is tijdelijk, onvolmaakt en aan
verval onderhevig. Niets is er blijvend.
Plato is van mening dat er met de mens, als bezield wezen, iets uitzonderlijks
aan de hand is. Vanuit een vóór-bestaan daalt een ziel naar de aarde om daar
plaats te nemen in het fysieke lichaam van een mens.
Deze ziel blijft het hogere en onsterfelijke deel van een mens en verlangt ernaar ná het aardse leven weer terug te keren naar de bovenwereld waar hij zijn eeuwige leven kan voortzetten.
Wat we als mens goed moeten weten
is dat we door onze beperktheid denken dat we op deze aarde in de
werkelijkheid leven. Dit echter is slechts een schijnwerkelijkheid. Als
middel om deze theorie te verduidelijken schrijft Plato zijn beroemd geworden grotmythe.
Met zijn visie distantieert Plato zich van het aardse leven en zoekt de ware
werkelijkheid in het rijk van de oerbeelden (ideeën) die eeuwig zijn en
onveranderlijk.
De schrijvers van het Nieuwe Testament gingen door met deze gedachte. Hemel en
aarde bleven volstrekt gescheiden. Bij de lichamelijke dood stijgt de
menselijke geest op naar een andere, hogere werkelijkheid.
Tot de Moderne tijd, de Verlichting, bleef de opvatting van ‘twee werelden’ bestaan.
Het nieuwe denken over ‘hiernamaals’
Hieronder enkele theologische opvattingen
Harry Kuitert “Wij zijn onszelf een raadsel, weten niet waar we vandaan komen
en waar we heen gaan. Waarom zijn we er maar even, en daarna niet meer? Elk
mens is een tijdelijk verschijnsel. Zijn macht, waarde en waardigheid is begrensd door zijn tijdelijkheid.
Mensen zijn niet onsterfelijk, en hebben ook niet een onsterfelijke component. Als de levensgeest is geweken is het over en uit. Het hierNA-maals ruilen we in voor het hierNU-maals”. 06, 2002, pg 206
Maar hoe staat het dan met mijn
relatie met het goddelijke? Het is toch de God Jahwè die altijd met mij mee
gaat? Kuiterts antwoord is weliswaar positief maar voegt daar wel aan toe dat God met ons mee gaat zolang we
ademen.
Hij schrijft hierover: “Geest en adem horen bij elkaar,
de samenhang tussen die twee verduidelijkt waarom wij voor een tijd een plaats
van god zijn. Doodgaan is inleveren, adem inleveren. Wij zijn - heel letterlijk
- voor ons bestaan aangewezen op lucht, op de lucht die we inademen. Is er geen
lucht meer, dan stokt de adem en gaan we dood, en omgekeerd is doodgaan
ophouden met ademen. Aangewezen op adem, op iets van buiten: dat element delen
mensen met elkaar, zo handhaven ze zich. Zolang het duurt, ademen houdt een
keer op: een mens blaast de laatste adem uit, zeggen we. We zijn 'plaats van
god' af, als we doodgaan”. 06, 2002, pg 195/196
Zoals eerder gezegd gaan we in deze Moderne Tijd niet meer mee met de visie van Plato’s ‘Bovenwereld’. Hetzelfde gebeurt met het ‘Hiernamaals’.
Wat nu?
De woorden van Kuitert neem ik heel serieus. “De troost van een hiernamaals in
te ruilen voor de upgrading van het nu, dat is het waar ik de voorkeur aan
geef.
Als we het doodgaan aanvaarden als natuurlijk lot, blijven we bovendien dicht
bij de ervaring van het werkelijke leven. Geest is niet ons eigendom, het
doodgaan bewijst dat tamelijk rigoureus. Het fantaseren van een verlengstuk aan
ons leven doet in elk geval niets af of toe aan het harde feit van dat
'inleveren'. De hemel kun je ontkennen, bijzetten bij de illusies, maar dat je
de geest weer inlevert, daar kan geen mens omheen. Wie dood is, is uitgepraat.
'De geest keert terug' is dus veel realistischer.
De uitdrukking stamt uit het boek Prediker, een bijbelboek
van een auteur die alle verhalen over god, mens en wereld achter zich heeft
gelaten. In hoofdstuk 12 vers 7 is te lezen 'De
geest keert terug tot God, die hem heeft gegeven'.
We hebben de geest maar even, zolang als we leven”.
06, 2002 pg 209
“Geest is niet een bezit, mensen zijn geen eigenaars. Hij is er voor een bepaalde tijd, en daarna houdt het leven op, en dat 'ophouden' is hetzelfde als: de geest keert terug tot wie hem heeft gegeven”. 06, 2002 pg 210
Hoe denkt Carel ter Linden hierover?
Hij schrijft ‘Ik kan mij
een perspectief over de grens van de dood als gelovige niet indenken. En wel
omdat God, het levensgeheim, een geestelijke werkelijkheid is. De dragende
kracht van deze wereld en van dit leven’.
'Leven'
betekent: mij in mijn leven
voor deze krachten openstellen, om hiermee in verbinding met God te blijven, en
mijn roeping als mens te kunnen vervullen. Maar ik kan die krachten niet los
denken van ons lichamelijk en geestelijk bestaan op aarde, waarmee ze
onverbreekbaar verbonden zijn. Als ik sterf, houdt die verbinding op. Die krachten hebben dan hun
werk gedaan.’ 03 pg 176
Rochus Zuurmond heeft een heel andere invalshoek.
Hij laat daarmee zien dat we er lange tijd naast hebben gezeten.
Hij zegt “Als het over het hiernamaals gaat moet worden bedacht dat 'leven'
en 'dood' in de Bijbel geen primair biologisch gedefinieerde begrippen zijn,
maar vooral sociale noties. 'Leven' is het goede, actieve leven, samen met
anderen”. 08 pg 145
Mijn eigen visie
De hierboven genoemde theologen
geven mij een overtuigend antwoord. De levensloop van alles wat leeft, dus ook
van een mens, bestaat uit drie fasen: groei, bloei en verval. Geen mens is
onsterfelijk, als zijn levensgeest is geweken is er een einde gekomen aan zijn
leven. Valt na deze uitspraak verder niets meer te zeggen? Toch wel.
Het is de filosoof Levinas die een passend antwoord geeft. Hij zegt ‘dat ik,
over de dood heen, verder ga in mijn kind en tegelijk ook niet. Met
andere woorden: de dood blijft voor mij een absolute grens die op mij botst met
als gevolg verlies van mijzelf.’ 46, 2018 hfd 1.2.5
Het leven wordt zowel genetisch als epi-genetisch doorgegeven, zowel via
erfelijkheid als door middel van opvoeding. Met daarin als hoofdelementen Taal
en Cultuur. Zie epi-genese,
bijlage 3.2
De volgende geloofsvoorstelling gaat over de menselijke ethiek, de kennis van goed en kwaad.
Een psalm of gebed waarin de door mijzelf gemaakte zonden centraal staan heeft
mij nooit aangesproken. Ik kon er niets mee, niet in mijn adolescentiejaren en
nu nog steeds niet. Om die reden waren de woorden van Kuitert voor mij een
opluchting: ‘De Christelijke religie heeft te
lang mensen klein gehouden. Eeuwenlang heeft de kerk mensen zondebesef
ingedruppeld, en daarmee het leven van miljoenen mensen geordend, bepaald, ook
ontregeld, en vaak gefnuikt. Gewone mensen waren zondaars, en dat moesten ze
weten: zondaars mogen niet te hoog van de toren blazen’ 06 2002, pg 159
Het
deed me goed kennis te nemen van een eigentijds en vernieuwd zondebegrip. Deze
kwam van Fokko Omta, theoloog, geb. 1956, die het zondebegrip als onderwerp had
gekozen voor zijn dissertatie (2019). Bron: 11
Hij schrijft
“er is onder veel Christenen een verandering gaande waarbij men van het
traditioneel theïstisch beeld van een persoonlijke God verschuift naar het ‘goddelijke’ als een immanent principe, als kracht of geest”.
Conclusie:
Een essentiële geestelijke kracht in de
mens is
dat hij vanwege zijn ethisch bewustzijn
kan kiezen tussen goed en kwaad;
hij heeft -anders dan dieren- de vrijheid om
‘de weg van het goede’ in te slaan.
Drie aspecten:
a. In
hoeverre volgen mensen de weg naar het goede?
De historicus Rutger
Bregman geeft antwoord in zijn boek ‘de meeste mensen deugen’.
Hij constateert dat de meeste mensen altruïstisch en sociaal zijn ingesteld.
Kritiek heeft hij op de heersende negatieve perceptie die vaak wordt gecreëerd
door de media.
Deze belichten vooral de uitzonderingen op dit positieve gedrag.
Bregman
baseert zijn stellingname op verschillende onderzoeken uit de psychologie,
antropologie en biologie.
Lit. 55,
2019
b.
Naar het post-conventionele denken
De
liberale theologie geeft waar mogelijk vorm aan het post-conventionele denken.
Dat houdt in dat je eigen waardepatroon een belangrijke rol speelt.
Denken en geloven liggen niet op verschillende niveaus, ze zijn in samenhang
actief.
Voorgeschreven wetten worden niet alleen nageleefd, er wordt ook rekening gehouden
met de geest ervan.
Zie ook 12,
2016,
pg 143
Toelichting:
We
kunnen twee niveaus van denken onderscheiden, het zijn:
1. Conventioneel niveau
Het naleven van wetten en regels
In deze fase richt je je op de geldende wetten en regels en leeft die
nauwkeurig na.
Het doel in deze fase is het optimaal functioneren in de samenleving.
Je leeft de wetten na op de letter en houdt geen rekening met de geest
ervan.
Je gaat de wetten verinnerlijken.
Indien je de wet uitvoert naar de letter heb je de mogelijkheid je te
verschuilen achter de ander.
Hierbij schuif je de schuld in de schoenen van iemand anders.
2. Post-conventioneel niveau
Je ontwikkelt je eigen waardepatroon.
Iets
is goed als het niet tegen je eigen principes ingaat.
Bij het beoordelen van een moreel dilemma weegt je persoonlijk geweten het
zwaarst.
Zie verder bijlage
3.3
Hoe komt een mens aan zijn persoonlijk geweten? Daarover het volgende.
c.
Gewetensvorming en Opvoeding
De hele opvoeding is erop gericht het kind bekwaam te maken tot een morele en
betrouwbare deelname aan de samenleving.
Om die reden is gewetensvorming van essentieel belang.
Voor meer informatie:
Ga naar blog fenomenologie: lees de visie van de pedagoog Langeveld…
En verder…
Zingeven
aan je leven is een diepgaand proces dat wordt gekenmerkt door
zelfverwerkelijking en zelftranscendentie.
Uitgangspunt daarbij is dat de mens
geen gesloten, in zichzelf gekeerd, wezen is maar ook altijd gericht is op zijn
omringende wereld. Het is de mens die interpreteert en zin geeft aan alles wat
hem overkomt. Daarover gaat het volgende hoofdstuk.
‘Wat is de zin van mijn leven? Dit is een vraag die de hedendaagse mens
zichzelf stelt. Het is voor hem van essentieel belang dat zijn leven betekenis
heeft.
De filosoof Frank Martela
(1981) schrijft dat ‘bijna iedereen weleens wordt overvallen door het gevoel
dat zijn bestaan volledig zinloos is. Dit kan gebeuren wanneer je je werk
ervaart als nutteloos. Of dat je te maken krijgt met een groot verlies zoals de
dood van iemand waar je heel veel van houdt. Ineens komt de gedachte bij je op:
mijn leven stelt niets voor, mijn leven is zinloos geworden’. 44
Een populaire gedachte in deze tijd is dat we de wereld naar onze hand
kunnen zetten, dat we in een ‘maakbare wereld’ leven. Men kan tegenwoordig
veel, met name op het gebied van techniek, economie en geneeskunde. In onze huidige wereld leggen we ons lot niet meer in
de handen van een God, maar van onszelf. Ons tijdperk is er één van individuele
verantwoordelijkheid. We zijn bezig met zelfbeschikking. We willen ook ons ZIJN
regelen (wie ik in wezen ben) en de ZIN van ons leven (het weten waarvoor ik
leef). Maar daar gaat het mis. Hoe kan dit? Hieronder een antwoord op deze vraag.
De filosoof Martin Heidegger (1889-1976)
zegt “als het bestaan een zin heeft, dan is die er slechts in de mate waarin
deze mij toevalt, ik kan die zin niet zelf maken. Vertrouwdheid en overgave aan
het bestaan zijn daarvoor noodzakelijk.
De wereld waarin ons bestaan
zinvol kan zijn, wordt niet van begin af aan door onszelf ingericht. ‘Zin’ geef
je niet aan je leven. Zin is er of is er niet. Je kunt hem niet ‘produceren’
zoals we dat doen met een gebruiksvoorwerp. Zin is meestal onopgemerkt aanwezig
binnen ons bestaan”. 40, 2017, pg 275
De theoloog Klaas Hendrikse
schrijft ‘Je leven is geen eigen fabricaat, je hebt jezelf niet gemaakt, en
datgene waar je gelukkig van wordt ook niet.
De tijdgeest stelt de mens voor als een onafhankelijk, autonoom individu dat
zelf verantwoordelijk is voor het uitstippelen van de route naar een geslaagd
leven. Of het nu gaat om succesvol zijn, er jonger uitzien dan je bent,
veiligheid, welstand, geluk of bewondering, er leeft of heerst in onze
samenleving een collectieve veronderstelling dat we ons leven in eigen hand
hebben. Het ideaal is de vrije mens die heer en meester is over zijn eigen
leven’.
‘Dit is onzin’ schrijft Hendrikse:
‘je kunt wel zelf bepalen dat je morgen op reis gaat, maar niet dat je levend
terugkomt. Iedereen is afhankelijk van omstandigheden die niet beheersbaar
zijn. Je leven is maar ten dele maakbaar, het is vooral kwetsbaar: het komt zoals het
komt, met gebreken, mislukkingen en teleurstellingen. Tragiek ligt altijd op de loer
en er bestaat geen God die je behoedt voor tegenslag en verdriet.’ 02, 2007, pg 100
In zijn boek ‘Borderline times’ schrijft de psychiater Dirk De Wachter dat veel mensen vastlopen door psychologische problemen die veroorzaakt worden door de veel eisende samenleving. Het leidt tot spanningen die iemand zelf niet meer aan kan.
Oorzaken kunnen zijn:
- het weggevallen van het eigen religieuze instituut
-
het verdwijnen van transcendente momenten die in groepen wordt beleefd
- het niet meer hebben van een pastoraal gesprek als daar behoefte aan is
De Wachter: ‘als dit alles niet meer bestaat, wie kan ze dan nog helpen?
Antwoord: het zijn psychiaters en psychologen die in de bres springen.
In
de psychiatrie is borderline met voorsprong de meest gestelde diagnose.
Bovendien is de lijn tussen patiënten en niet-patiënten flinterdun’. 31
Dirk De Wachter vraagt zich af of wij collectief op weg zijn naar ziekte en ongenoegen en of we op weg zijn naar verbrokkeling, impulsiviteit en zinloosheid. ‘Mensen gaan zich verzetten tegen deze symptomen. Ze willen opnieuw de waarde inzien van hechting, engagement, solidariteit en gemeenschapszin.
Al
te veel zélfverwerkeling leidt tot individualisme en daarmee eenzaamheid. De
kern van mens-zijn is relatie met de medemens’. 31
Onze
samenleving, zegt Dirk De Wachter, is er een geworden van de hoogste pieken,
van het steeds beter,
verder en hoger.
Wat erger is: we staan er bijna niet meer bij stil dat die pieken de laagtes
niet opvullen. We zien geen onderscheid tussen wat ons heel even gelukkig maakt
en wat het leven echt zin geeft.
Dirk De Wachter stelt dat ‘geluk’ niet maakbaar is, maar dat zingeving
wél de deur naar geluk kan openen.
Hij betoogt dat we meer elkaars psychiater moeten worden. Verdriet mag er
zijn.
We dienen te accepteren dat we soms ongelukkig zijn. En dat we het ongeluk
mogen delen met onze naasten. 31, 2022
Bron: Een medische
bespreking
De kunst van het ongelukkig zijn
In
2022 krijgt Dirk de Wachter zelf te maken met gezondheidsproblemen. Hij
schrijft daarover: ‘Ik had het al van mijn leermeesters meegekregen. Maar nu ik
de afgelopen jaren zelf met een ernstige ziekte ben geconfronteerd en de dood
in mijn nek voelde blazen, kan ik het ook uit eigen ervaring vertellen.
Er zijn voor een ander, dat is cruciaal in mijn vakgebied. Die menselijke
nabijheid, die aanraking, heeft mij zelfs letterlijk in leven gehouden’.
Lees verder: vertroostingen, 23-03-2023
Lees ook interview
met dirk de wachter, 27-11-2023
In
onderstaand overzicht laat de psychiater Erik Erikson zien hoe een mens in verschillende
levensfasen psychische schade kan oplopen, maar ook -en daar begint het mee-
hoe hij zich positief kan ontwikkelen.
1.
Adolescentie (12-18 jaar)
Identiteit ↔ identiteitsverwarring
Positief: bij de overgang in de
ontwikkeling van kind naar volwassene gaat de adolescent door een
identiteitscrisis.
Hij stelt vragen als ‘wie ben ik’ en ‘wat wil ik’.
Dit kan resulteren in een goede identiteitsontwikkeling.
Negatief: als hij geen duidelijk
antwoord kan vinden dan zal hij steeds op zoek blijven naar de rol die hij
heeft (zal hebben) in het leven. Dit kan voor verwarring zorgen. Het gevaar is
dat een adolescent een negatief zelfbeeld ontwikkelt.
2. Vroege volwassenheid
(18-35 jaar)
Intimiteit ↔ isolement
Positief: in de fase van ‘vroege volwassenheid’ gaan we ons betrokken
voelen bij ons werk en ontwikkelen we duurzame, intieme relaties.
Negatief: als we daar niet in slagen kunnen we kampen met gevoelens van
eenzaamheid. Afzondering of het regelmatig wisselen van partner kunnen het
gevolg zijn.
3. Middelbare
leeftijd (35- 60 à 65)
Productiviteit
↔ stagnatie
Positief: De ‘Middelbare leeftijd’ is onze meest productieve periode. We
brengen kinderen groot, maken carrière en helpen anderen. Het is de fase waarin
we onze levensdoelen waarmaken.
Negatief: als we daar niet in slagen dan kan het zijn dat we in onszelf
gekeerd raken en dat we stagneren in onze ontwikkeling. Bovendien kunnen er
emotionele problemen ontstaan.
4. Late volwassenheid (vanaf 60 à 65 jaar)
Tevredenheid ↔ wanhoop
Positief: In de ‘Late volwassenheid’ vragen
we ons af wat de zin van het eigen leven is (geweest). We doen een poging onder
woorden te brengen wat het leven waardevol maakt.
Het geheel leidt tot een mensbeschouwing, in gesprekken en soms ook op
beschouwelijk niveau. In deze laatste levensfase kijken we terug op ons leven,
op de betekenis ervan en zijn daar in meer of mindere mate tevreden over.
Daardoor kunnen we een naderend levenseinde accepteren.
Negatief: we kijken terug met spijt, blijven treuren om mislukkingen en
gemiste kansen. We zullen de dood niet accepteren. De laatste levensfase zal
gespannen zijn en angstig.
Bron:
34
Verdieping
Voor een zeer
interessante uitwerking van bovenstaande vier levensfasen,
zie blog psychologie Levensloop
volwassen mens, vier fasen
In een spirituele wereld worden
mensen aangedaan of aangeraakt door het oneindige, het irrationele.
Dit verschijnsel kan zich op
allerlei momenten voordoen, in het bijzonder in de omgeving van
muziek, religie en filosofie.
Een indruk van mijn innerlijke wereld:
Muziek, religie en filosofie
Wat gebeurt er als ik naar klassieke
muziek luister?
Ik word opgetild in een wereld van muzikale schoonheid.
Het is een genieten en een afdwalen naar een innerlijke wereld.
Niet in woorden uit te drukken.
Luister…
Dezelfde tekst als religieuze metafoor:
Het Goddelijke is van muzikale taal,
de hemel is van muzikale taal,
het paradijs waar de engelen je naar toe mogen dragen, is ook van muzikale taal.
Het is alles van muzikale taal en
moet van muzikale taal blijven, wil het zijn betekenis houden.
Luister…
In het transcendente gebied van
het menselijk bewustzijn bevindt zich de ‘wereld van het goede, het ware en het
schone’.
Kenmerkend voor de religieuze kenwijze is dat deze alleen subjectief kan
worden belééfd.
In hoeverre zijn menselijke
geloofsvoorstellingen te verbinden met religieuze ervaringen?
De veelheid aan Christelijke kerken laat zien dat er verschillende
toegangspoorten open staan.
Echter: een keuze wordt door mensen zélf gemaakt.
Een stroming binnen de Christelijke religie die mij het meest aanspreekt is
bekend onder de naam ‘Liberaal Christendom’. Met als kenmerken:
- Filosofische, psychologische en nieuwe historische inzichten worden serieus
genomen en beïnvloeden het theologisch denken.
- Het liberale christendom is een theologische stroming binnen het christendom
die zich kenmerkt door een meer progressieve interpretatie van de Bijbel en een
ruimdenkende benadering van geloof en ethiek.
- In plaats van geloof wordt gesproken over geloofsvoorstellingen
wat inhoudt dat het ménsen zijn die op basis van persoonlijke ervaringen,
belevingen en denken zich verbonden weten met een goddelijke dimensie die hun
leven geestelijk verrijkt. 12, 2016
- Bijbelse
verhalen worden kritisch geïnterpreteerd, ervan uitgaande dat gebeurtenissen
veelal niet echt gebeurd zijn maar wel een diepe religieuze waarheid bevatten.
Veel bijbelteksten zijn geschreven als mythe, symbool of metafoor. 12, 2022
De filosofie geeft mij inzicht in een fundamenteel andere manier van denken. Filosofen
zijn niet gebonden aan richtlijnen die gelden voor wetenschappelijk onderzoek en
ook niet aan theologische waarheden.
De filosoof overkoepelt beide
kenwijzen, hij construeert zijn studie vanuit een filosofische metapositie.
Het waren de colleges filosofie van de hoogleraar Dr.
J.G. Bomhoff
die bij mij een doorbraak teweeg brachten. Dit gebeurde eind jaren 1960.
Ik ontdekte dat filosofie
je leven buitengewoon kon verrijken en je ongekende perspectieven kon
bieden.
Voor meer informatie, zie mijn blog fenomenologie
Om over na te
denken
De filosoof Nietzsche:
‘Kom tot je ZÉLF.
Maak het jezelf niet gemakkelijk door mee te liften met diegene die wél een
eigen gefundeerde levensbeschouwelijke opvatting heeft.
Die ander ben jij niet en jij bent die ander niet’.
Het blijkt dat het er bij ‘worden wie je bent’ niet om gaat om een ‘ZELF’
te vinden waar je altijd al naar op zoek bent geweest.
Jouw ZELF is voortdurend actief, het is een doorgaand proces dat goed
wordt weergegeven door het werkwoord worden’. Nietzsche 43,
pg 299ev
De filosofische
antropologie vormt de basis voor mijn
mensbeschouwing.
Verschillende aspecten:
Filosofie
- Met de buitenkant van het bewustzijn maakt een mens kennis met een zintuiglijk waarneembare wereld. Aan de binnenkant bevindt zich zijn innerlijke wereld: het schone, het heilige en het goddelijke.
- Als het bestaan zin heeft dan is die er slechts in de mate waarin deze mij toevalt.
- Mensen willen weten wat de zin van hun leven is. Een gebrek aan zingeving leidt tot een besef van doelloosheid en verveling. Zonder perspectief lijkt niets meer van belang.
- Mensen zijn interpreterende wezens. Ze kunnen niet iets waarnemen zonder daar ook direct betekenis aan te geven.
Psycho-analyse
- Het persoonlijke onbewuste is een opslagplaats van materiaal dat niet meer bewust is maar dat gemakkelijk tot het bewuste kan opstijgen. Dit materiaal bestaat uit herinneringen en gedachten die uit het bewuste zijn gestoten omdat zij onbelangrijk of bedreigend zijn.
- Het collectief onbewuste is de machtigste kracht in de persoonlijkheid. In dit onbewuste bevinden zich oerbeelden. Deze zijn afkomstig van menselijke ervaringen uit een zeer ver verleden.
Theologie
- De diepe Bijbelse waarheid heeft als doel richting te geven aan het leven van mensen. Bijbelverhalen geven veelal mythologische en symbolische voorstellingen. Ze zijn de verpakking van een boodschap die ons een nieuwe kijk wil geven op onszelf en op ons bestaan.
- Mijn visie is post-theïstisch.
Daarin verschuift
het beeld van een persoonlijke God naar het
‘goddelijke’ als een transcendent principe, als een geestelijke kracht.
Transcendentie bevindt zich bínnen het menselijk bewustzijn, op zowel bewust
als onbewust niveau.
- De vele diepliggende Bijbelse boodschappen zijn tijdloos. Het zijn geen
verhalen over datgene wat eeuwen geleden heeft plaats gevonden. Ze gebeuren
steeds, ook in déze tijd.
- Interpretatie van de Bijbel is tijdgebonden. Afhankelijk van veranderde inzichten zullen geloofsvoorstellingen moeten worden aangepast.
- In plaats van ‘de zondige mens’
kies ik voor een gewetensvolle mens die onderweg is naar het goede.
- Tussen geboorte en dood vindt een menselijk leven plaats. Leeft een gedeelte
van hem, zijn geest, verder na zijn dood? Het antwoord is: nee, elk mens is een tijdelijk
verschijnsel zowel lichamelijk als geestelijk. Op het moment dat een mens zijn
laatste adem uitblaast is ook zijn levensgeest geweken.
Mijn ‘mensbeschouwing’ kreeg als ondertitel ‘een filosofische antropologie’.
Dit betekent dat ik me primair op
de mij omringende wereld richt vanuit een filosofische metapositie.
Daarbij staat de fenomenologie als filosofische stroming
centraal.
Met als feitelijk gegeven dat fenomenen (verschijnselen die worden waargenomen)
sterk worden beïnvloed door eigen overtuigingen, ervaringen en culturele
achtergrond.
En verder…
De door mij gekozen inhoud geeft mij een goed gevoel.
Mijn gedachtegoed is beter geordend en verder verdiept.
Het omvat beschouwingen die gefundeerd zijn op het werk van (voor mij
interessante) filosofen, theologen, psychologen en andere wetenschappers.
Opsteller
van dit weblog
Bernard Sietses (geb. 1945)
studie: MO-pedagogiek, Pedagogisch Seminarium, Utrecht,
doctoraal pedagogische wetenschappen, Universiteit Leiden
loopbaan docent Prot. Chr. Pedagogische Academie Basisonderwijs, Den Haag
Bij
hoofdstuk 1
Mensbeschouwing,
ook wel bekend als mensbeelden verwijst naar de verschillende overtuigingen
die er kunnen zijn betreffende de menselijke natuur. Er bestaan verschillende
perspectieven op het mensbeeld, waaronder religieus, humanistisch en
biologisch.
Toelichting:
1a Religieus mensbeeld
Het religieuze mensbeeld wordt beïnvloed door religieuze overtuigingen en
doctrines. Religies stellen vaak dat de mens een speciale schepping is met een
unieke ziel of spiritueel potentieel. Het religieuze mensbeeld kan variëren
tussen verschillende religieuze tradities, maar het gaat vaak uit van een
hogere macht of godheid die betekenis en doel aan het menselijk bestaan
geeft.
Een humanistisch mensbeeld is een perspectief dat de nadruk legt op de
intrinsieke waarde, autonomie en waardigheid van het individu.
In hoofdlijnen kan een humanistisch mensbeeld als volgt worden omschreven:
- Waardigheid van de mens: Het humanisme erkent de inherente
waarde van elk individu, los van externe omstandigheden zoals afkomst,
geslacht, ras of geloof.
- Autonomie: Mensen hebben het vermogen om zelfstandig te
denken, te kiezen en te handelen. Het humanisme benadrukt het belang van
persoonlijke vrijheid en zelfbeschikking.
-Rationaliteit: Het humanisme moedigt het gebruik van rede en
kritisch denken aan als middelen om de wereld te begrijpen en beslissingen te
nemen.
- Empathie en compassie: Humanisten streven naar een
samenleving gebaseerd op empathie, mededogen en het streven naar het welzijn
van anderen.
- Verantwoordelijkheid: Mensen hebben de
verantwoordelijkheid om te streven naar persoonlijke groei en ontwikkeling,
evenals om bij te dragen aan het welzijn van de samenleving als geheel.
- Secularisme: Hoewel niet alle humanisten per se atheïstisch
zijn, omarmt het humanisme vaak seculiere waarden en pleit het voor een
scheiding tussen religie en staat.
1c Biologisch mensbeeld
Het biologische
mensbeeld benadrukt de biologische aspecten van de menselijke natuur. Het richt
zich op de fysieke en genetische eigenschappen, de evolutionaire geschiedenis
en de neurologische processen die de menselijke ervaring beïnvloeden. Het
biologische mensbeeld kan worden bestudeerd vanuit disciplines zoals de
biologie, neurowetenschappen en evolutionaire psychologie.
Zie ook 25,
de psychotherapeut Alexander Lowen
en zijn Bio-energetica
1d Verschillende
perspectieven
Het is belangrijk op te
merken dat deze perspectieven elkaar niet noodzakelijkerwijs uitsluiten. De menselijke
aard kan vanuit verschillende invalshoeken worden begrepen en verschillende
mensen kunnen een combinatie van deze perspectieven aanhangen, afhankelijk van
hun persoonlijke overtuigingen en achtergrond.
Verschillende
omschrijvingen:
De Amsterdamse School
De
Amsterdamse School is een stroming, in de jaren 1960, binnen de
protestantse theologie.
Deze had veel aandacht voor de wijze waarop de bijbelverhalen werden verteld.
De predikant Nico ter Linden vatte deze benadering samen met de woorden:
veel bijbelverhalen zijn wel waar, maar niet echt gebeurd. Zie 04
Een belangrijke vertegenwoordiger van de Amsterdamse School was Rochus Zuurmond.
Hierover
het volgende.
De theoloog Rochus Zuurmond:
Over de vraag ‘Bestaat God? schrijft hij:
‘Het valt ons als moderne mensen op dat theologen en filosofen in de
oudheid kennelijk geen probleem hadden met het onhistorische karakter van
mythologische verhalen’.
Beeldspraak is bij hen niets anders dan een manier van doordacht spreken.
Of die manier, vergeleken bij een logisch betoog, inferieur is, hangt af van
het soort onderwerp. Sommige onderwerpen behandel je beter als logos,
andere als mythos. (anders gezegd: als feit
of als fictie).
Het bestaan van goden zou daarom ook voor ons geen probleem behoeven te zijn. Kijk maar om je heen; je ziet ze overal, iedere dag.
Wij noemen ze weliswaar geen goden, maar machten die onze samenleving bepalen
zijn er wel degelijk, zoals de Economie, de Markt, de Media, de Democratie, de
Mode, de Rechtbank, Seksualiteit en Onze Cultuur. 'Economische groei' is ook
typisch zo'n idee waarin we maar blijven geloven, net zoals ‘marktwerking’.
Wij kennen zulke machten geen persoonlijkheid toe, omdat wij anders denken over
'personen'. Maar in de praktijk functioneren ze precies zoals de goden in de
oudheid. Het zijn de machten in de samenleving die zó vanzelfsprekend zijn dat
ze bij ons niet als macht (god) worden herkend. Hun gezag wordt probleemloos
als vanzelfsprekend ervaren’. 08, pg 84
De
theoloog Ton
Veerkamp:
‘God als naam voor een functie, niet voor een persoon. Zoals ‘koning’ dat ook
is’.
‘God’ als een maatschappelijke basisorde. Dat is ‘een orde van recht en
waarheid, vrijheid en gelijkheid’. 07
De godsdienstsocioloog
Meerten ter Borg zegt dat mensen beschikken over het vermogen tot
transcendentie: ze zijn in staat dingen te zien die er niet zijn. Dat geldt ook
voor ‘God’. 19
Harry Kuitert.
Zijn theologische ontwikkeling.
Hoe kan Transcendentie (ander woord voor God) in onze werkelijkheid zijn zonder
daarvan een onderdeel te worden? Er is maar één deugdelijk antwoord: wij voelen
ons aangesproken, en ervaren daarin de Macht die met het woord 'God' wordt
bedoeld.
Lees het hele artikel Geloofsontwikkeling
van Harry Kuitert - Hoe God aan ‘verbeelding’ ten onder ging.
De filosoof Ger Groot:
‘Het gaat om het vinden van de eigen weg, die aanvankelijk leidt naar God,
vervolgens naar het goede, naar een goed leven en ten slotte naar
zelfrealisatie, zoals het aan het eind van de twintigste eeuw zal gaan heten,
inmiddels los van iedere religieuze context. Ieder mens heeft de opdracht zijn
volstrekt particuliere eigenheid te verwerkelijken: daarin ligt zijn unieke
waarde’. 40
De wetenschapper Francesca Stavrakopoulou
De Britse wetenschapper Francesca Stavrakopoulou schrijft:
Geloven wij in God? Wat een onzin! We hebben helemaal geen idee wie de God uit
de Bijbel eigenlijk is. 14
Enkele opmerkingen over
haar boek
- In een anatomisch onderzoek laat Francesca Stavrakopoulou
zien hoe ons godsbeeld zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld. Daarmee werpt
ze een nieuw licht op de oorsprong van de westerse cultuur.
- Drieduizend jaar geleden, in de gebieden die we nu Israël en Palestina
noemen, aanbad een groep mensen een ‘vadergod’
genaamd El.
El had zeventig kinderen; één van hen was Jahweh. Jahweh had een lichaam, een
vrouw, en nakomelingen. Hij vocht tegen monsters en stervelingen, hij was
verzot op lekker eten en goede wijn, schreef boeken, trok eropuit en deed zo af
en toe een dutje.
Maar hij zou iets veel groters worden en veel meer abstract: de god van de
grote monotheïstische religies.
Kenmerken van deze god
Een anatomisch onderzoek laat zien dat Gods oorsprong duizenden jaren
teruggaat, naar lang voordat de Bijbel werd geschreven.
Hoewel theologen hem vandaag de dag voorstellen als een wezen zonder lichaam
leek God in zijn oorspronkelijke vorm meer op onszelf: God praatte, liep,
lachte, huilde, voelde, sliep en ademde net als wij.
- Door zijn lichaam zorgvuldig te onderzoeken – van zijn hoofd tot zijn handen,
van zijn voeten tot zijn edele delen – laat Francesca Stavrakopoulou
zien hoe ons godsbeeld zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld.
Meer informatie?
- Lees artikel … God,
een anatomisch onderzoek
- Lees delen van haar
boek… God,
een anatomisch onderzoek
Epi-genetische genregulatie
De neuropsycholoog Dirk
Bakker: ‘Alle levende wezens hebben genen, een mens zo’n 22 duizend.
Genen hebben we geërfd van onze ouders en voorouders. Genen hebben het
-ingewikkelde- gereedschap om te bepalen wie we kunnen worden. We hebben er
geen grip op’.
‘Genen doen pas wat als ze ‘open’ staan, anders gezegd, als ze tot expressie
komen. De vraag is hoe het komt dat een gen open gaat, gesloten blijft of weer
gesloten wordt’.
‘Het verschijnsel waar we het hier over
hebben heet epi-genetische genregulatie’.
In
tegenstelling tot de genetische aandoeningen worden de epi-genetische
aandoeningen niet veroorzaakt door gemuteerd DNA maar door de invloed van
omgevingsfactoren zoals voeding, traumatische ervaringen, prenatale stress of
door chemische stoffen.
Het belang van goede opvoeding
Dirk
Bakker: ‘Het verhaal van de epi-genetische overerving betekent tegelijkertijd
en vooral het verhaal van de opvoedende en opgevoede mens. De
omgang met elkaar en met al wat leeft, het is niet meer een wollig verhaal,
maar geeft aan hoe belangrijk goede opvoeding is voor een kind’. 22, 2014
De psycholoog Lawrence
Kohlberg ontwikkelde een model voor morele ontwikkeling van kinderen en
volwassenen.
Een mens doorloopt verschillende stadia in een vaste volgorde.
De eerste zijn gericht op de meest basale normen.
Daarna worden ze complexer en meeromvattend.
Hieronder geef ik ze als drie niveaus:
1e niveau: pre-conventioneel niveau
fase 1: straf vermijden
Men doet alles om straf te vermijden.
Zo denkt een kind niet na over de inhoud maar enkel aan het doel.
Het kind is alleen maar gericht op het vermijden van straf.
fase 2: wederzijds voordeel zoeken
Je denkt in deze fase niet vanuit morele waarden.
Je doet iets voor een ander omdat hij dan iets moet terug doen.
Eigenbelang staat in deze fase centraal.
2e niveau: conventioneel niveau
fase 3: Goed is wat de ander goed vindt
Je kijkt eerst naar anderen voor je een besluit neemt en je past je hier op
aan.
Je geeft je eigen identiteit daarbij op.
fase 4: Het naleven van wetten en regels
In deze fase richt je je op de geldende wetten en regels en leeft die
nauwkeurig na.
Het doel in deze fase is het optimaal functioneren in de samenleving.
Je leeft de wetten na op de letter en houdt geen rekening met de geest
ervan.
Je gaat de wetten verinnerlijken.
Indien je de wet uitvoert naar de letter heb je de mogelijkheid je te
verschuilen achter de ander.
Hierbij schuif je de schuld in de schoenen van iemand anders.
3e niveau: post-conventioneel niveau
fase 5: eigen waardepatroon ontwikkelen
Je stelt jezelf de vraag of je de wet in alle omstandigheden naar de letter
moet naleven.
Je gebruikt je oordelend vermogen.
Je houdt rekening met de complexiteit van de situatie.
fase 6: iets is goed omdat het niet tegen de eigen principes ingaat.
Bij het beoordelen van een moreel dilemma weegt je persoonlijk geweten het
zwaarst.
Wanneer
je voor de keuze staat tussen twee niet te combineren oplossingen volg je de
stem van je geweten en kiest een oplossing die jou het meest redelijk lijkt.
Alles wat je doet staat in functie van de universele waarden.
Je
voelt je innerlijk gedwongen deze waarden te realiseren.
Bron: Kohlberg, fasen
morele ontwikkeling
01 Tjeu van den Berk, 2011, Het oude Egypte: bakermat van het jonge Christendom
02 Klaas
Hendrikse, 2007, Geloven in een God die niet bestaat
02 Klaas Hendrikse, 2011, God bestaat niet en Jezus is zijn zoon
03 Carel ter Linden, 2014, Wat doe ik hier in godsnaam? Een zoektocht
04 Nico ter Linden, 1996-2003, Het verhaal gaat… Zes delen
05 Harry Doornbos, 2003, Achter een Joodse man aan
06
Harry Kuitert, 1974, Zonder geloof vaart niemand wel
06 Harry Kuitert, 1998, Jezus nalatenschap van het Christendom. Schets voor een
christologie
06 Harry Kuitert, 2002, Voor een tijd een plaats voor God
06 Harry Kuitert, 2005, Hetzelfde anders zien
06 Harry Kuitert, 2014, Kerk als constructiefout
07 Ton Veerkamp, 2015, De wereld anders. Politieke geschiedenis van het grote verhaal
08 Rochus Zuurmond, 2018, God en de moraal. Een andere kijk op bijbelse ethiek
09
Edward van der Kaaij, 2015, De ongemakkelijke waarheid van het christendom. De
echte Jezus onthuld.
10 Casper Labuschagne, 2000, Zin en onzin rond de
bijbel, Bijbelgeloof bijbelwetenschap en bijbelgebruik. Beschouwing over de
bedoeling van de schrijvers van oudtestamentische teksten
11 Fokko Omta, 2019, Tijd voor een post-theïstisch zondebegrip
12
Rick Benjamins, 2016, Liberaal Christendom, ervaren
doen denken
12 Rick Benjamins, 2022, Boven is onder ons. Bert Altena, blog
13 Thimothy Freke
en Peter Gandy, 2005, De
mysterieuze Jezus.
13 Thimothy Freke en Peter Gandy, 2007, Jezus
en de verloren godin
14. Francesca
Stavrakopoulou, God, een anatomisch onderzoek
Godsdienstfilosofie
18 Henk Vroom, 2003, Een waaier van visies, godsdienstfilosofie en pluralisme
Godsdienstsociologie
19
Meerten ter Borg, 2010, Zijn boek, gratis te downloaden: Vrijzinnigen hebben de toekomst
20 Dick
Swaab, 2010, We zijn ons brein
20 Dick Swaab, 2016, Ons creatieve brein
21 Daniel Kahneman, 2019, Ons feilbare denken
22 Dirk J. Bakker, 2012, Wind in het grijze woud; het brein als ontvanger en gever van leven
22 Dirk J. Bakker, 2014, Contactblad, Nieuwkoop
23
Abraham Maslow, 1974, Motivatie en persoonlijkheid
23 Duane Schultz, Groeipsychologie, 1979. Hierin: Het mensbeeld van Abraham
Maslow
24 Gerd Gigerenzer, 2022, De kracht van je intuïtie: de intelligentie van het onbewuste
25 Alexander Lowen, 1975, Bio-energetica
30 Carl G. Jung, 1977, Archetypen
30
Carl G. Jung, 1982 Oerbeelden.
30 Duane Schultz, 1979, Groeipsychologie. Hierin: Het mensbeeld van Carl Jung
31
Dirk De Wachter, 2012, Borderline times. Het einde van de normaliteit
31 Dirk De Wachter, 2022, De kunst van het ongelukkig zijn
32
Edith Eger, 2018, De keuze. Leven in vrijheid.
33 Frankl Viktor, 1978, De zin van het bestaan, een inleiding tot de
logotherapie
34
Erik H. Erikson, 1971, Het kind en de samenleving
34 Erik H. Erikson, 1972, Identiteit, jeugd en crisis
40 Ger Groot, 2017, De geest uit de fles. Hoe de moderne mens was en wie hij is
41
Bertrand Russell, 1990, Geschiedenis der westerse filosofie
42 André Klukhuhn, 2020, De vreemde lus. Over bewustzijn en het verbond
tussen wetenschap, kunst, filosofie en mystiek.
42 André Klukhuhn, 2023, De geschiedenis van het westerse denken.
43 John Kaag, 2019, Met Nietzsche de bergen in
44 Frank Martela, 2020, Een prachtig leven. Hoe vind je zin in je bestaan?
45 Joachim Duyndam, 2003, Levinas, Trouw, Serie De grote filosofen
46 Jan
Keij, 2018, De filosofie van Immanuel Levinas
47 Rens
Bod, 2023, Waarom ben ik hier? Een kleine wereldgeschiedenis van zingeving
50 Stephen Fry, 2017, Mythos De
Griekse mythen herverteld
51 Yuval Harari, 2015, Sapiens, een kleine geschiedenis van de mensheid
51 Yuval Harari, 2017, Homo Deus: een kleine geschiedenis van de toekomst
52 Agnes Amelink, 2001, De Gereformeerden
53 Wim Wijnands, 2012, Niet fietsen op zondag. Kleine kroniek van een
gereformeerde jeugd.
54 Jan
Baars, 2021, Een kleine kerkgeschiedenis
55 Rutger Bregman, 2019, De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van
de mensheid
Bram Moerland
60 Bram Moerland, 2017, Gnosis en gnostiek, Gnosis en gnostiek,
wat is dat?
60 Bram Moerland, 1992, Montségur, Gnosis, gnostiek en de kartharen.
60 Bram
Moerland, Het evangelie van
Thomas
Jacob Slavenburg
61 Jacob Slavenburg, 1994 Nag Hammadi geschriften I
61 Jacob Slavenburg, 1995 Nag Hammadi geschriften II
61 Jacob Slavenburg, 2006, De vrouw die Jezus liefhad, Maria Magdalena